Gerichte aanpak nodig voor jonge daders van seksuele uitbuiting
Recent onderzoek van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen kinderen wijst uit dat risicofactoren zoals een criminele familie, schooluitval en een bredere criminele carrière, inclusief mensenhandel, bijdragen aan daderschap van mensenhandel. De helft van de daders is jonger dan 25 jaar en een kwart pleegt opnieuw een mensenhandeldelict.
Defence for Children – ECPAT onderstreept de oproep van de Nationaal Rapporteur voor een gerichte aanpak van deze daders en pleit voor een individuele beoordeling van jonge daders, waarbij interventies en herstelgerichte oplossingen worden geboden om te voorkomen dat zij opnieuw in de fout gaan.
Onderzoek van de Nationaal Rapporteur
In het onderzoek van de Nationaal Rapporteur is voor het eerst gekeken naar de criminele carrières, achtergrond- en omgevingskenmerken van daders van seksuele uitbuiting. Daarbij viel op dat 52% van de daders jonger dan 25 jaar is als ze voor het eerst mensenhandel plegen en dat 24% opnieuw een mensenhandeldelict pleegt. Een groot deel van de daders heeft geen opleiding afgemaakt en heeft aanzienlijk vaker een criminele sociale omgeving dan de controlegroepen.
Risico- en beschermende factoren
Het onderzoek vergeleek 630 daders van seksuele uitbuiting met daders van andere criminaliteit en met mensen die geen delict hebben gepleegd. Hierbij is gekeken naar verschillende risico- en beschermende factoren: kenmerken of omstandigheden die de kans op crimineel gedrag kunnen vergroten of verkleinen. De resultaten tonen aan dat bij daders van binnenlandse seksuele uitbuiting risicofactoren sterk aanwezig zijn en beschermende factoren minder. Dit verschil is significant groter dan bij daders van andere vormen van criminaliteit. Bijvoorbeeld, 89% van de daders van seksuele uitbuiting heeft minstens één criminele ouder, broer, zus of (ex)partner. In vergelijking, dit percentage is 64% bij daders van andere criminaliteit en 24% bij mensen die geen delict hebben gepleegd.
Slechts 30% van de daders van binnenlandse seksuele uitbuiting heeft op 23-jarige leeftijd een startkwalificatie behaald. In tegenstelling tot 62% van de daders van andere criminaliteit en 89% van de niet-criminele controlegroep.
Niet 1 dadertype
Hoewel er overeenkomsten zijn tussen de 630 daders, blijkt ‘de’ dader van binnenlandse seksuele uitbuiting niet te bestaan. Er zijn vier groepen daders te onderscheiden, met elk een eigen pleegprofiel: incidentele plegers, plegers die vroeg pieken, plegers die laat pieken en continue plegers.
Aandacht voor preventie
Volgens de Nationaal Rapporteur Conny Rijken ontwikkelen de criminele carrières zich anders: “Zo start de één al op heel jonge leeftijd met het plegen van veel delicten, terwijl bij de ander het pleeggedrag pas in volwassenheid escaleert. En waar sommige daders al tientallen strafzaken hebben voor verschillende andere delicten voordat ze zich inlaten met mensenhandel, zijn er ook daders die als eerste delict meteen mensenhandel plegen.”
De Nationaal Rapporteur vraagt op basis van deze onderzoeksresultaten aandacht voor het voorkomen van (herhaald) daderschap. Naast het inzetten van algemene preventieve interventies is er behoefte aan een aanpak voor daders van seksuele uitbuiting, rekening houdend met de verschillende dadergroepen.
Meer informatie:
Onderzoek Nationaal Rapporteur: Brede blik op daderschap