Scroll down

Alternate Text
News banner

Haagse Rechtbank spreekt zich uit omtrent zaken interlandelijke adoptie

Woensdag 24 november deed de rechtbank uitspraak over twee zaken omtrent interlandelijke adoptie. Een vrouw die geadopteerd werd vanuit Bangladesh en een man die illegaal geadopteerd werd vanuit Brazilië zijn beiden een rechtszaak gestart omtrent hun adoptie. De Haagse rechtbank heeft de vorderingen van de vrouw afgewezen op basis van verjaring en op een inhoudelijke beoordeling. In de zaak van de illegale adoptie vanuit Brazilië heeft de rechtbank de vorderingen gedeeltelijk toegewezen. Volgens Defence for Children laten beide zaken zien hoe ingewikkeld het is voor interlandelijk geadopteerden om afstammingsinformatie te achterhalen, identiteit te herstellen en om recht te halen wanneer fundamentele rechten zijn geschonden.

Zaak 1: adoptie vanuit Bangladesh

In 1976 werd de toen vierjarige vrouw samen met haar broer geadopteerd vanuit Bangladesh in Nederland. Naar aanleiding van een aflevering van Nieuwsuur in november 2017, kwam de vrouw tot het besef dat haar biologische moeder haar kinderen niet in de steek heeft gelaten, maar hen onder valse voorwendselen heeft afgestaan en vervolgens jarenlang naar hen gezocht heeft.

De vrouw heeft een rechtszaak aangespannen tegen Terre des Hommes (van wie de landendirecteur indertijd een dubbelfunctie had en ook vertegenwoordiger was van een adoptieorganisatie), adoptieorganisatie Wereldkinderen (toen BIA) en de Staat. Haar standpunt is dat de aangeklaagde partijen bij hebben gedragen aan de adoptie die onder valse voorwendselen zou hebben plaatsgevonden. Ook hebben de aangeklaagde partijen volgens de vrouw gefaald om goed onderzoek te doen omtrent misstanden bij interlandelijke adopties vanuit Bangladesh en om betrokkenen hierover te informeren.

Terre des Hommes en Wereldkinderen deden beroep op het feit dat de vrouw meer dan twintig jaar geleden is geadopteerd en dat haar vorderingen daarom verjaard zijn. De rechtbank stelt de organisaties hierin in het gelijk. Ook stelt de rechtbank dat Terre des Hommes destijds niet betrokken was bij deze adoptie. De Staat deed in eerste instantie ook een beroep op verjaring, maar trok deze in naar aanleiding van een rapport dat de commissie onderzoek interlandelijke adoptie (COIA) in februari 2021 uitbracht over misstanden bij interlandelijke adopties en de rol die de overheid hierin speelt. Na inhoudelijke behandeling acht de rechtbank de claim van de vrouw dat haar adoptie in 1976 uit Bangladesh onrechtmatig tot stand is gekomen niet bewezen.

Volgens Defence for Children laten de zaken omtrent interlandelijke adoptie zien hoe moeilijk het is om te kunnen achterhalen wat er is gebeurd, om misstanden recht te zetten en om recht te halen als geadopteerde en als oorspronkelijke ouder. Vaak gaan er vele jaren overheen, is informatie en bewijs niet meer te vinden, en is de zaak verjaard. Terwijl alle betrokkenen bij interlandelijke adoptie, behalve het kind zelf, deze situatie veroorzaakt hebben, is er niemand die de uiteindelijke verantwoordelijkheid draagt. Het adoptiekind staat met lege handen. Volgens Defence for Children moeten deze misstanden in de toekomst worden voorkomen door te stoppen met interlandelijke adoptie. 

Zaak 2: illegale adoptie vanuit Brazilië

Een man van Braziliaanse afkomst heeft een zaak aangespannen tegen de Staat . In 1980 is hij illegaal geadopteerd door zijn adoptie ouders. Zijn juridische ouders hebben namelijk aangifte gedaan van zijn geboorte alsof het hun eigen biologische kind was. Dit is verduistering van staat; een strafbaar feit. De man dacht zelf geadopteerd te zijn, maar toen hij op zoek ging naar zijn biologische ouders is hem verteld dat het geen adoptie volgens een procedure betrof. Pas in 2011 kwam de eiser achter de identiteit van zijn biologische moeder, maar zij bleek in 1985 al te zijn overleden. Tot op het heden heeft hij zijn biologische vader nog niet weten te vinden.

In 1981 is in Nederland een onderzoek gestart naar illegale adoptiepraktijken uit Zuid-Amerika (met name in Brazilië), het zogenoemde Brazil Baby Affair-onderzoek (BBA-onderzoek), naar aanleiding van geruchten en een bekend geval van illegale adoptie. Uit dit onderzoek kwamen 42 gevallen van illegale adoptie naar voren in de periode 1980-1981, waaronder die van de man.

De man stelt de Staat aansprakelijk voor de schade die hij lijdt ten gevolge van zijn illegale adoptie. Hij stelt de Staat aansprakelijk voor onrechtmatige gedragingen, daarnaast stelt hij dat de Staat actief heeft bijgedragen aan de illegale adoptie door de benodigde documenten aan zijn juridische ouders te verstrekken en door de betrokkenheid van ambassadepersoneel. Ook beargumenteert de man dat het BBA-onderzoek niet volledig en zorgvuldig is uitgevoerd. Ten slotte betoogd de man dat de Staat niet genoeg gedaan heeft om zijn situatie te verbeteren en hem hier zelfs in heeft tegengewerkt door informatie en hulp te weigeren toen hij hier om vroeg.

Het eindoordeel van de rechtbank is dat de Staat in strijd met artikel 8 EVRM gehandeld heeft. De Staat heeft het namelijk nagelaten om maatregelen te treffen naar aanleiding van het BBA-onderzoek, zodat het recht van de eiser om zijn afkomst te kennen niet werd beschermd. Zo had dossierinformatie van de Raad voor de Kinderbescherming bewaard kunnen blijven, had de inschrijving bij de burgerlijke stand kunnen worden teruggedraaid en had gecontroleerd kunnen worden of de juridische ouders wel bereid waren om de man afstammingsinformatie te geven. De rechtbank heeft de vorderingen van de illegaal geadopteerde man gedeeltelijk toegewezen.

De Staat had de identiteit van de man moeten herstellen toen hij nog minderjarig was en de illegale adoptie aan het licht kwam, maar dat is niet gebeurd. De Staat moet een actieve rol hebben in het herstel van de identiteit wanneer deze op onrechtmatige wijze is afgenomen. Defence for Children is blij dat dit recht op herstel van identiteit nu wordt erkend.

Meer informatie

 

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Statement over de recente ontwikkelingen in interlandelijke adoptie

Op 21 mei 2024 besloot demissionair minister Weerwind (Rechtsbescherming) dat er geen nieuwe interlandelijke adoptieproc…


Lees meer

Tweede Kamer stemt voor afbouw van interlandelijke adoptie

In een belangrijke stap vooruit voor kinderrechten heeft de Tweede Kamer ingestemd met een motie voor het afbouwen van i…


Lees meer

Het verhaal achter hervatting interlandelijke adoptie

Het Nederlands Dagblad publiceerde aan de hand van via de Wet open overheid (Woo) opgevraagde documenten het verhaal ach…


Lees meer
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee