Scroll down
"Hallo, ik ben Atifa. Ik ben nu in Duitsland, maar twee jaar geleden woonde ik in kamp Moria op Lesbos in Griekenland. Daar begon ik mijn dagboek.
Het is moeilijk om je in een kamp te concentreren, maar als ik eenmaal aan het schrijven was voelde het als een ontlading. Ik schreef van me af hoe vol het er was en hoe vies en onveilig. Dat je voor alles uren in de rij stond en dat het zo koud was in die lekkende tent. Dat mijn broertje vroeg: wanneer gaan we naar huis? Maar we hadden geen thuis. Dat ik me afvroeg of ik ooit nog blijdschap zou zien in de ogen van mijn ouders.
Ik heb nog steeds contact met mensen die in het kamp zitten, het is er helaas niet beter op geworden. Je mag er niet meer uit, tenzij de bewaking je toestemming geeft. Na corona kunnen andere mensen weer lekker op stap, maar in het kamp kun je de ellende zelfs niet even ontvluchten.
Vorig jaar kregen mijn ouders, mijn broertje en ik in Griekenland asiel. Ik was zo opgelucht! Ik schreef toen dat ik het boek van mijn nieuwe leven met mijn mooiste handschrift ging vullen. Ik wilde graag in Griekenland blijven, maar we konden daar geen werk vinden en we kregen geen enkele ondersteuning. We stonden op straat, ons geld was bijna op. Daarom zijn we verder gevlucht, naar Duitsland. Nu hoop ik dat we hier mogen blijven. Het kan nog wel twee jaar duren voordat we daarover horen.
We zijn heel dankbaar dat we veilig in Duitsland zijn, maar toch mis ik mijn eigen land. Terwijl ik eigenlijk niet weet hoe het voelt om een eigen land te hebben, want mijn ouders vluchtten uit Afghanistan toen ik een baby was, en we zijn vanaf toen steeds op de vlucht geweest. Het doet pijn altijd een vreemdeling te zijn, iemand die er niet bij hoort.
Door wat ik zelf heb meegemaakt leef ik erg mee met de mensen uit Oekraïne. Het is heel moeilijk je land te verlaten, zeker als het verscheurd wordt door oorlog. Elk mens heeft het recht om in zijn eigen land in vrede te leven. Wij proberen ons nu in Duitsland thuis te voelen. De mensen zijn aardig, mijn ouders komen tot rust. Mijn broertje en ik kunnen nu eindelijk naar school. Maar de spanning of we mogen blijven is er, altijd.
Dat mijn kleine dagboek zo groot zou worden is voor mij een nieuwe, heel fijne ervaring. Het is belangrijk dat mensen weten wat wij vluchtelingen meemaken.
Je hebt als vluchteling altijd een gevoel van tijdelijkheid. Alsof je zweeft, je voeten niet op de grond hebt. Ik hoop dat ik later een plek heb die ik thuis kan noemen, waar ik niet kan worden weggestuurd. Een bescheiden wens? Voor mij is het de droom."
Redactie: Trudeke Sillevis Smitt
Foto's: Daniella van Bergen