Scroll down

Alternate Text

"Ik mag hier blijven!"

Tuvshin is een zestienjarige, boomlange jongen met ouders die ooit vanuit Mongolië naar Nederland vluchtten. Hij bracht de eerste maanden van zijn leven door in het niemandsland van een winters asielzoekerscentrum in Schagen. Daarna zette de overheid hem en zijn ouders, vergezeld van een paar tassen, op straat. Uitgeprocedeerd. De burgemeester van Schagen hielp hen aan een klein kamertje in Den Helder. Daarna ving de Groningse stichting INLIA het gezin op en bood onderdak en hulp. De kleine Tuvshin groeide op in Groningen, kreeg vriendjes op de basisschool en speelde voetbalwedstrijden op zaterdag. Net als andere Groningse jongens. Het enige verschil was dat hij vaak moest verhuizen. Hoe vaak, dat hield hij niet bij. Tien keer, ongeveer. Zoals dat gaat op die leeftijd, had hij niet door dat er iets ergs was. Hij wist wel, sinds groep drie of vier, dat ze nog geen toestemming hadden om voor altijd in Nederland te blijven. Hij voelde ook, hoewel hij dat niet onder woorden kon brengen, de spanning en angst van zijn ouders. Tuvshin dacht daar verder niet over na.

Angst voor uitzetting

Het besef dat het erg is om geen verblijfsvergunning te hebben, drong pas op de middelbare school tot hem door. Het was een probleem. Zijn probleem. Het kon betekenen dat hij zou worden gedwongen naar de andere kant van de wereld te gaan. Naar Mongolië, het land van zijn ouders. Hij ging hun vragen stellen. Ze zouden daar in een tent moeten wonen, een ger, zoals zijn vader zei. Hij dacht aan de taal. Hij zou er een soort analfabeet zijn. Geen toekomst hebben in Nederland, zoals voor zijn vrienden zo vanzelfsprekend was; hij wilde er niet aan denken, wilde er liever niet over praten. Tuvshin trok zich terug in zichzelf, focuste zich zoveel mogelijk op school. Hij reed met zijn vader naar Den Bosch, naar Den Haag. Hoorzittingen, zwarte toga’s. Spanning, hoop en elke keer weer die teleurstelling. Weer niet. Hij voldeed niet aan het buitenbeeldcriterium, wat dat dan ook was. Voor hem geen kinderpardon.

Een verblijfsvergunning

Inmiddels klonk de roep uit de samenleving iets te doen voor langdurig in Nederland verblijvende kinderen steeds luider. Wetenschappelijk onderzoek maakte bovendien duidelijk dat het ontbreken van een toekomstperspectief en voortdurende bestaansonzekerheid bij vrijwel ieder kind leidt tot ontwikkelingsschade. Begin 2019 komt de politiek met een nieuwe regeling: de Afsluitingsregeling voor gewortelde kinderen. Nieuwe hoop! Maar ook nu wijst de IND Tuvshin’s aanvraag af. Hij begrijpt het niet. Weer procederen, weer onzekerheid. Een week voor Kerst 2020 hoort Tuvshin dat hij een verblijfsvergunning krijgt. Zomaar uit het niets. Na bijna zestien jaar wachten. Het betekent dat hij niet kan worden uitgezet naar Mongolië. Tuvshin voelt geen spanning meer, hoeft ’s nachts niet langer te denken aan allerlei angstscenario’s. Hij blijft in Groningen, waar hij hoort en aan zijn toekomst mag bouwen.

Het belang van het kind

Tuvshin is een voorbeeld van een kind dat langdurig in onzekerheid heeft geleefd, terwijl hij intussen steeds meer wortel schoot in Nederland. Daarom vraagt hij de Nederlandse politiek ervoor te zorgen dat kinderen nooit meer zoiets kan worden aangedaan. Kinderen mogen niet de dupe worden van de lange duur van procedures, of die nu veroorzaakt is door de overheid, door ouders of beide. Kinderen hebben hier zelf immers part nog deel aan. Na vijf jaar verblijf in Nederland kunnen kinderen volgens wetenschappers niet meer zonder schade aan hun ontwikkeling worden uitgezet. De autoriteiten zouden samen met de ouders maximaal vijf jaar de tijd moeten hebben om te werken aan een duurzame oplossing. Dit kan ook terugkeer naar het land van herkomst zijn wanneer dat veilig is. Na vijf jaar heeft de verblijfsonzekerheid lang genoeg geduurd en moet het belang van het kind voorgaan. Omdat het belang van het kind niet als verblijfsgrond in de Vreemdelingenwet is opgenomen, vallen kinderen zoals Tuvshin echter tussen de wal en het schip. Ieder kind dat in die situatie komt, is er een te veel! Tuvshin is gedurende zijn procedure bijgestaan door de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children. We pleiten er daarom voor, net als een aantal politieke partijen, het belang van het kind stevig te verankeren in de Vreemdelingenwet. Alleen dan krijgt gevaar voor ontwikkelingsschade een duidelijker plaats in het Nederlandse vreemdelingenbeleid.

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee