Scroll down
Kinderen die in Nederland in armoede leven, ervaren regelmatig ongelijkheid. Zij kunnen niet altijd meedoen met hun leeftijdsgenoten of zijn verplicht andere toekomstkeuzes te maken omdat hun dromen financieel niet haalbaar zijn. In Nederland bestaat een sociale zekerheidsstelsel dat ervoor zorgt dat er voor deze gezinnen voldoende inkomen is om toch mee te kunnen blijven doen.
Het recht op sociale zekerheid is vastgelegd in artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag. Nederland heeft bij dit artikel een voorbehoud gemaakt, en stelt daarmee dat kinderen niet zelf, maar alleen via hun ouders aanspraak kunnen maken op sociale zekerheid. Hiermee ontstaat voor kinderen een gebrek aan toegang tot sociale zekerheid. Defence for Children maakt zich zorgen over de schadelijke effecten hiervan op kinderen. Met het korten van essentiële toeslagen duiken gezinnen met minderjarige kinderen onder de armoedegrens. Kinderen krijgen te maken met dreigende dakloosheid, het afsluiten van nutsvoorzieningen of langdurig verblijf in de maatschappelijke opvang.
De rechten uit het VN-Kinderrechtenverdrag behoren geheel ten goede te komen aan kinderen zelf, niet aan hun ouders. Zonder toegang tot sociale zekerheid kan niet worden voldaan aan de andere verplichtingen uit het VN-Kinderrechtenverdrag, zoals het recht op een toereikende levensstandaard. Defence for Children roept de Nederlandse regering daarom op het voorbehoud op artikel 26 VN-Kinderrechtenverdrag op te heffen. In de praktijk kan het ‘kindsdeel’ van de toeslag overeind blijven of kan een check worden ingebouwd waarbij de uitvoerende instantie eerst moet kijken naar de situatie in een gezin, voordat wordt besloten welke maatregelen haalbaar zijn.