Scroll down
De ouders van Mina vluchten in 1998 vanuit Egypte naar Nederland, omdat zij vanwege hun geloof worden bedreigd. Mina en zijn zusje worden in Den Haag geboren. De hele familie woont heel lang in de illegaliteit en onzekerheid, zeker zeventien jaar. Die periode was heftig en moeilijk, maar zeker ook leerzaam. Mina hoor je daarom niet klagen.
“Ik ben geboren en getogen in Den Haag, mijn lievelingsstad. Toch liggen mijn roots in Egypte. Mijn ouders zijn in 1998 gevlucht vanwege het geloof. Wij zijn koptisch en op een gegeven moment werd mijn vader door zijn zakenpartner gedwongen zich te bekeren tot de islam. Ze hebben hem zelfs bedreigd en uiteindelijk is hij samen met mijn moeder gevlucht naar Nederland. Omdat Egypte geen gevaarlijk land was, konden zij geen asiel aanvragen. Zeker zeven jaar verbleven ze in de illegaliteit, daarna begon de procedure voor een verblijfvergunning. Aanvankelijk werden alle aanvragen afgewezen. Uiteindelijk hebben we samen met Defence for Children en de kinderombudsman gekeken hoe we onze situatie konden voorleggen aan de staatssecretaris.
Het was zomervakantie 2015 en ik lag nog op bed. Ik werd een aantal keer gebeld, maar had nog geen zin op te nemen. Toen ik uiteindelijk opnam bleek het onze advocaat. Hij vertelde dat Klaas Dijkhoff, zijn discretionaire bevoegdheid had gebruikt en ons een verblijfsvergunning had gegeven. Ik rende gelijk naar mijn ouders en vertelde, nou ja schreeuwde, het nieuws. Ze dachten dat ik niet helemaal lekker was geworden. Maar toen ze doorhadden dat ik geen grapje maakte, waren ze ook door het dolle heen. We sprongen juichend door de woonkamer. Eindelijk kon ik een toekomst gaan opbouwen.
Zonder vergunning word je enorm beperkt in alles wat je graag als jongere doet. Werken? Kan niet. Op reis met school? Kan niet. Studeren? Kan niet. Om deze maar ook andere redenen heb ik het gevoel dat mijn jeugd van mij is afgenomen. Ik was woordvoerder van de familie en heb me eigenlijk veel te veel met volwassen zaken moeten bemoeien. Deels ook omdat mijn Nederlands beter was dan dat van mijn ouders. Toch heb ik ook veel van die tijd geleerd en ben ik er sterker uitgekomen. Daarvoor ben ik dankbaar.
Toch heb ik altijd geloofd in een goede afloop. Veel verhalen hebben een happy end. Ik wist zeker dan mijn verhaal ook goed zou aflopen. Vooralsnog lukt het aardig moet ik zeggen. Inmiddels ben ik 21 en dolgelukkig als eerstejaars student aan de Hogeschool voor de journalistiek in Utrecht. Ik houd erg van het nieuws, ik volg alles. Ooit hoop ik een vaste baan te krijgen op een sport- of politieke redactie. Wie weet kan ik dan een keer het Nederlandse migratierecht onder de loep nemen. Er zijn heel wat verbeteringen denkbaar.”