Scroll down
De jongste ambassadeur is misschien wel de strijdvaardigste. Haar naam: Nazeli. Op haar achtste vertrokken met haar ouders en zusje vanuit Armenië om rust te vinden in Nederland. Dit duurde uiteindelijk tien jaar. Nazeli zit in 5 vwo en is vastbesloten rechten te studeren, om uiteindelijk zo veel mogelijk vluchtelingenkinderen te helpen.
“Ik kom oorspronkelijk uit Armenië. Op mijn achtste ben ik samen met mijn ouders en jongere zusje naar Nederland gekomen. Wij waren politiek vluchtelingen. Van het begin heb ik weinig meegekregen. Het was zo onwerkelijk allemaal. Ik sprak de taal niet, wist niets van de cultuur, ik ontmoette elke dag andere mensen. Het was ook wel spannend, ik maakte tenslotte iets nieuws mee.
Ik ben vrij snel in contact gekomen met Defence for Children. Zij waren voor mij echt een houvast. Een plek waar ik me veilig voelde en welkom. Het is een ongelooflijke steun als je weet dat er iemand is die voor je vecht. Ik ben heel actief betrokken geweest, nog steeds trouwens en ben van plan dat voor altijd te blijven. School is ook lang een soort toevluchtsoord geweest voor mij. Na een lange dag op school wilde iedereen graag naar huis, behalve ik.
Hoe ouder ik werd, hoe meer ik begreep, maar dat maakte de situatie er niet makkelijker op, eerder moeilijker. Zo nam ik als oudste kind van ons gezin steeds meer verantwoordelijkheid op me. Ik nam taken over van mijn ouders, want ik sprak beter Nederlands en ik ontfermde me over mijn zusjes, want inmiddels waren we met drie kinderen. Eigenlijk heb ik geen tijd gehad om te puberen. Je ziet hoe mensen worden opgepakt en afgevoerd en dat is heel angstig. Elke keer als er een busje voor kwam rijden, dacht ik dat wij aan de beurt waren.
Na ongeveer tien jaar hebben wij met het laatste kinderpardon een verblijfsvergunning gekregen. Onze advocaat belde om het te vertellen. Ik geloofde haar eerst niet, kon me gewoon niet voorstellen dat het eindelijk was gelukt. Ineens kon ik toekomstplannen maken, dat was nooit een optie geweest. Ik mocht mijn rijbewijs halen, met school naar het buitenland, zelfs studeren en op kamers wonen. Kortom, mijn leven opbouwen en iets betekenen voor de maatschappij. Het was net alsof mijn leven tien jaar op pauze had gestaan en dat het nu pas op gang werd gebracht.
Defence for Children heeft me een keer meegenomen naar een debat over vluchtelingen in de Tweede Kamer. Daar mag je dus wel luisteren, maar niets zeggen. Dat was een partij frustrerend. Mensen deden uitspraken waar ik het totaal niet mee eens was. Ik ga er dan ook voor zorgen dat ik wel mijn stem kan laten horen.
Ik ben nu bijna achttien en zodra ik klaar ben met mijn vwo ga ik rechten studeren. Wie weet ga ik wel voor Defence for Children werken. Waar ik ook werk, mijn doel is ervoor zorgen dat geen enkel ander kind zijn jeugd hoeft te missen."