De stem van minderjarigen onder de twaalf jaar bij beslissingen over uithuisplaatsing: Hoe kan deze worden versterkt?
Hoe kan de stem van kinderen jonger dan twaalf jaar worden versterkt als zij uit huis worden geplaatst? Die vraag stond centraal in een onderzoek dat is uitgevoerd door Defence for Children en de Rijksuniversiteit Groningen. Om deze vraag te beantwoorden, is onderzocht wat in (inter)nationale wet- en regelgeving is vastgelegd over het recht op participatie, is gesproken met kinderen, jongvolwassenen en professionals en is een dossieranalyse uitgevoerd. Uit het onderzoek komt naar voren dat kinderen en professionals participatie belangrijk vinden, maar dat er zowel in de wet als in de praktijk nog belangrijke verbeterslagen kunnen worden gemaakt, zodat kinderen vaker en beter kunnen participeren.
Uit het rapport komt naar voren dat zowel kinderen als professionals het belangrijk vinden dat kinderen jonger dan twaalf jaar de kans krijgen hun mening kenbaar te maken als er beslissingen over hen worden genomen. Toch hebben de geïnterviewde kinderen en jongvolwassenen niet het gevoel gehad dat zij voldoende konden participeren toen zij uit huis werden geplaatst. Dit gold zowel voor hun gesprekken met hulpverleners voorafgaand aan de uithuisplaatsing en erna, als voor de gesprekken met de kinderrechter.
In het onderzoek wordt een groot aantal aanbevelingen gedaan, die onder meer betrekking hebben op het standaard horen van kinderen jonger dan twaalf jaar door de kinderrechter als zij daar zelf om vragen (hiervan mag dan alleen worden afgeweken als dit niet in het belang van het kind is en dit moet worden gemotiveerd) en op de wijze waarop hulpverleners vormgeven aan de participatie, waarbij het met name belangrijk is aan te sluiten bij de behoeften van het kind. Uitleg en terugkoppeling zijn belangrijke pijlers voor betekenisvolle participatie.
Meer informatie: