Scroll down

Alternate Text
News banner

Transnationale kinderbescherming nodig tegen criminele uitbuiting

In Nederland wordt sinds 2007 het probleem gesignaleerd van alleenstaande en rondtrekkende Oost-Europese kinderen die zich schuldig maken aan diefstal of zich bezighouden met bedelarij. Veel van deze kinderen geven bij de politie en jeugdbescherming aan dat zij Roma zijn. In 2016 zijn er in totaal 252 Oost-Europese kinderen aangehouden voor delicten als winkeldiefstal, zakkenrollerij, babbeltrucs en woninginbraak. Defence for Children – ECPAT en het Leger des Heils hebben onderzoek gedaan naar de bescherming van deze alleenstaande rondreizende kinderen. Zij zijn vermoedelijke slachtoffers van criminele uitbuiting.

Terugkeer zonder werkelijke oplossing

Voor het onderzoek zijn 19 casussen gevolgd, waar mogelijk vanaf de aanhouding door de politie tot en met de beëindiging van de kinderbeschermingsmaatregel. Hieruit blijkt dat sinds 2015 de identificatie van deze kinderen als mogelijke slachtoffers van mensenhandel is verbeterd, maar het verspreiden van kennis over en de aanpak van dit fenomeen vraagt blijvende aandacht. Dit geldt ook voor de ketenaanpak van zorg- en veiligheidspartners.

Verder blijkt dat het kind in de meeste gevallen terugkeert naar de ouders en het land van herkomst, zonder dat de situatie voor het kind is verbeterd. Het kind blijft zo kwetsbaar voor criminele uitbuiting. Het ontbreekt dus aan een effectieve bescherming van deze kinderen. Tevens blijkt uit het onderzoek dat in deze zaken verschillende belangen spelen vanwege een samenkomst van het (jeugd)strafrecht, kinderbescherming en vreemdelingenrecht. Het belang van het kind moet in al deze processen meer centraal komen te staan en gaat verder dan enkel opsporing en vervolging van de mogelijke mensenhandelaar. De jeugdbeschermer moet de bewaker zijn van dit (brede) belang van het kind.

Handreikingen op basis van het VN-Kinderrechtenverdrag

Naar aanleiding van het onderzoek ontwikkelden Defence for Children – ECPAT Nederland en Leger des Heils basis van het VN-kinderrechtenverdrag handreikingen voor de jeugdbeschermers om het belang van het kind af te wegen en te bepalen, alsmede om samen met ketenpartners de bescherming van rondtrekkende Oost-Europese kinderen te verzekeren over verschillende landsgrenzen heen.

  • Gesloten jeugdhulp om te voorkomen dat de kinderen steeds verdwijnen en opnieuw opduiken mag enkel worden toegepast voor een zo kort mogelijke duur. Gevoelens van isolement moet worden voorkomen.
  • Cultuursensitieve begeleiding moet worden ontwikkeld, bijvoorbeeld door hulpaanbod te concentreren bij één instelling om specifieke kennis en vaardigheden te ontwikkelen in het werken met deze groep kinderen.
  • In overeenstemming met het VN-kinderrechtenverdrag moet er meer aandacht komen voor de participatie van de jongeren in het oplossen van het probleem, waarbij het geven van informatie en communicatie in eigen taal noodzakelijk is.
  • Er moet worden gewerkt met cultural mediators om de taalbarrière tussen de jongere en de begeleiders te verminderen, om een vertrouwensband met de jongere op te bouwen en om een oplossing voor de jongere te onderzoeken.
  • In de jeugdhulpinstelling is aangepast onderwijs en dagbesteding nodig. In de behandeling van de jongere is het belangrijk dat de jongere zijn zelfbeeld leert onderzoeken om oplossingen voor de toekomst te kunnen vinden.
  • De jeugdbescherming moet zo snel mogelijk perspectief en een duurzame oplossing vinden voor de jongere. Vanaf het begin moet samen met de jongere een perspectiefplan worden gemaakt die in kaart brengt welke zaken moeten worden uitgezocht en die duidelijkheid schept voor de jongere.
  • Waar mogelijk moeten de ouders van de jongere worden betrokken in het vinden van een oplossing om te voorkomen dat de kinderen opnieuw in een kwetsbare situatie terechtkomen.
  • De samenwerking met de autoriteiten en NGOs van het land van herkomst of gewoon verblijf moet sterk worden verbeterd. Vanaf het begin van de zaak moeten jeugdbeschermers deze samenwerking zoeken. Het gaat om het onderzoeken van de identiteit en veiligheid van de jongere, maar ook om terugkeer, re-integratie en monitoring na terugkeer.
  • Transnationale kinderbescherming is nodig om te komen tot duurzame oplossingen en veiligheid voor het kind. Vanwege de complexiteit van deze zaken moet hier voor de jeugdbeschermer meer tijd beschikbaar worden gemaakt.

Defence for Children - ECPAT is partner in het Europese project Safe Havens, met een looptijd van november 2016 tot november 2018, onder leiding van het Leger des Heils. Dit project heeft als doel slachtoffers van mensenhandel te ondersteunen bij hun re-integratie. Het project wordt uitgevoerd in Nederland, Zweden, Roemenië, Moldavië en Bosnië. Defence for Children - ECPAT werkt samen met het Leger des Heils aan duurzame oplossingen voor alleenstaande Roma kinderen die slachtoffer zijn van criminele uitbuiting. Het project Re-integratie van slachtoffers mensenhandel (Safe Havens) is medegefinancierd door de Europese Unie (AMIF – Asylum, Migration and Integration Fund). 

Meer informatie

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Rechtbank: kinderen laten bedelen of diefstallen laten plegen is uitbuiting

Onlangs zijn twee zaken door de rechtbank Amsterdam inzake bedelarij en het laten plegen van diefstallen door minderjari…


Lees meer

Man veroordeeld voor laten bedelen van neefje

Op 20 september is een man die zijn vijftienjarige neefje naar Nederland heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting v…


Lees meer

Politie herkent onvoldoende criminele uitbuiting kinderen

Op 21 januari besteedt Nieuwsuur in de uitzending aandacht aan criminele uitbuiting van kinderen. Aan de orde is gesteld…


Lees meer
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee