Gezin Babayants krijgt een voorlopige voorziening, maar staat voor uitdagingen na verhuizing uit detentie
Na de toewijzing van de voorlopige voorziening wordt het gezin Babayants na vrijlating nog niet teruggebracht naar de gezinslocatie in Emmen. Vóór de detentie verbleef het gezin hier al 8 jaar.
Het gezin werd woensdag 10 juli in alle vroegte opgehaald en overgebracht naar het detentiecentrum in Zeist. Na ruim tien jaar verblijf in Nederland dreigden Aleksa (2), Amelia (10), Ariana (13), Aram (20) en hun ouders uitgezet te worden naar Oezbekistan. Dit land kennen de kinderen nauwelijks.
In de dagen die hierop volgden werden verschillende acties voor de Babayants georganiseerd om hen te steunen en te voorkomen dat zij werden uitgezet. Zaterdag organiseerde de dansschool van Ariana een dansoptreden en handtekeningenactie in Emmen en zondag was er een wake bij detentiecentrum Zeist waar de familie verbleef. Maandag wees de voorzieningenrechter in Arnhem een voorlopige voorziening toe. De Babayants werden daarom die avond niet uitgezet naar Oezbekistan.
De negatieve impact van verhuizing na detentie
Het onverwachts en gedwongen in detentie belanden was een ingrijpende gebeurtenis voor het gezin. De kinderen zaten gedetineerd, werden op het nippertje niet op het vliegtuig gezet, moesten hun leeftijdsgenoten zonder afscheid achterlaten en kunnen niet meer terug kunnen naar hun vertrouwde omgeving, vrienden, school, voetbalclub en dansschool.
De voorlopige voorziening werd slechts twee uur voor de vlucht toegekend. Het gezin was op dat moment al op de luchthaven. Na detentie mogen ze niet meer terug naar hun woning in de gezinslocatie in Emmen. De kans is groot dat ze op een onbekende gezinslocatie worden geplaatst. Dit alles heeft een grote negatieve impact op de kinderen van het gezin Babayants.
Wat zien wij op de Kinderrechtenhelpdesk?
Op onze Kinderrechtenhelpdesk ontvangen we regelmatig signalen over kinderen die met hun gezin in detentie zitten en uiteindelijk niet worden uitgezet. Deze kinderen worden hierna op een andere gezinslocatie geplaatst, vaak aan de andere kant van het land. Hier moeten ze opnieuw een leven opbouwen op een volledig onbekende plek. Defence for Children Nederland vindt het onbegrijpelijk dat de mening van de kinderen niet standaard wordt meegenomen bij de beslissingen over verhuizingen en dat hun belangen niet worden meegewogen bij zulke ingrijpende besluiten.
Verhuizingen worden vaak pas kort van tevoren aangekondigd bij gezinnen. Voor ouders is het moeilijk om hun kinderen te begeleiden bij de negatieve gevoelens die dit oproept. De kinderen verhuizen zonder voldoende voorbereiding, soms voor de zoveelste keer, soms zonder een goed afscheid van de oude plek of een warm welkom op de nieuwe plek.
Juist voor kinderen die in detentie hebben gezeten, is het belangrijk om na detentie op een stabiele, veilige en vertrouwde plek terecht te komen. Voor hen is – net als voor elk kind – een verhuizing een life-event dat hen kan ontregelen en hun ontwikkeling kan schaden. En dat blijkt ook: na de derde of vierde verhuizing zijn deze kinderen soms niet meer in staat om zich ergens te hechten en om een vertrouwensrelatie met de nieuwe mensen om hen heen aan te gaan. Dit leidt tot ontwikkelingsschade. Bovendien zorgt het vele verhuizen voor onnodig veel extra stress, naast de spanning die samenhangt met de asielprocedure, de angst voor uitzetting en traumatische ervaringen in detentie.
Kinderrechten onder druk
De situatie van het gezin Babayants laat zien hoe meerdere kinderrechten onder druk komen te staan. Deze rechten zijn vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK):
- De mening van kinderen wordt niet standaard meegewogen bij beslissingen over verhuizingen, wat in strijd is met artikel 12 IVRK.
- Door de angst voor verhuizingen, kunnen kinderen zich onvoldoende in vrijheid en veiligheid ontwikkelen. Dit beperkt hun sociale contacten en belemmert hun ontwikkeling. Dit is in strijd met artikel 6 IVRK.
- De continuïteit in de ontwikkeling van kinderen en hun onderwijs komt in gevaar door overplaatsing naar een andere gezinslocatie, wat in strijd is met de artikelen 6 IVRK, 28 IVRK en 29 IVRK.
- Het recht op privacy komt in het gedrang bij verhuizingen (artikel 16 IVRK). Kinderen hebben recht op bescherming tegen inmenging in hun privéleven, gezinsleven en woning.
- Het recht op een toereikende levensstandaard (artikel 27 IVRK) komt in gedrang bij verhuizingen. Een toereikende levensstandaard is nodig voor de ontwikkeling van een kind. De overheid moet de verantwoordelijkheden van ouders respecteren en waarborgen, op grond van artikel 5 IVRK en 18 IVRK, en de ouders bijstaan als zij hun opvoedingstaken niet kunnen waarmaken, zoals zorgen voor geschikte opvang.
- Na detentie komen kinderen niet standaard op een stabiele, veilige en vertrouwde plek terecht waar hulp aanwezig is om opgelopen trauma’s te verwerken. Dit is in strijd met artikel 6 IVRK en artikel 24 IVRK.
Onze aanbevelingen
Pas geen (straf) verhuizing naar een andere gezinslocatie toe wanneer een gezin met kinderen vanuit detentie in de gesloten gezinsvoorziening wordt vrijgelaten. Laat het gezin terugkeren naar de gezinslocatie waar het vandaan kwam, zodat het kind terug kan keren naar dezelfde school en buitenschoolse activiteiten, zoals voetbal en dansen, en naar zijn/haar vertrouwde omgeving. Alleen bij de uitdrukkelijke wens van het gezin kan een overplaatsing naar een andere COA-locatie plaatsvinden.
Onze dringende oproep
Zorg ervoor dat het gezin Babayants kan terugkeren naar Emmen, waar ze vóór detentie verbleven. Dit stelt de kinderen in staat om terug te gaan naar hun vertrouwde school. Aram kan weer voetballen met zijn vrienden van de voetbalclub en Ariana kan weer hiphoppen met haar vriendinnen van de dansschool. Wij roepen ook op tot de benodigde zorg voor het gezin om alle ingrijpende gebeurtenissen te verwerken.