Recht op hereniging met ouders
Alleenstaande minderjarigen vluchtelingen zijn in Nederland zonder hun ouders. Zij worden, conform de Europese Opvangrichtlijn, in de eerste plaats opgevangen bij volwassen bloedverwanten (niet zijnde ouders). Deze kinderen hebben recht op nareis op grond van de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn met hun eigen ouders op het moment dat aan hen een asielvergunning wordt verleend. Medio 2020 is de IND de definitie alleenstaande minderjarige asielzoeker anders gaan interpreteren dan de voorgaande acht jaar. Kinderen die nu bij familieleden anders dan ouders wonen, worden niet meer gezien als alleenstaande minderjarige vluchteling. Het gevolg is dat zij geen recht hebben op hereniging met hun ouders. De IND stelt dat de kinderen alsnog een beroep kunnen doen op artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Dit is een strengere toets die uit de praktijk ook blijkt. Het gevolg is dat kinderen en hun families voor het dilemma staan om weg te gaan bij hun vertrouwde familieleden of om daar te blijven met risico’s voor een afwijzing van de gezinshereniging met de ouders. Bij een 8 EVRM aanvraag is de Nederlandse staat, anders dan bij nareis, niet verplicht om de komst van de gezinsleden toe te staan, maar mag zelf een afweging maken. Dit leidt vaak tot afwijzingen en bijzonder lange onzekerheid. Kinderen kiezen er hierdoor soms voor op eigen houtje Nederland weer te verlaten, zoals het NRC artikel vermeld, hetgeen bijzonder onwenselijk is en risico op uitbuiting met zich meebrengt.
Nederland heeft verantwoordelijkheid
Defence for Children bepleit al langer dat er in het beleid onvoldoende rekening wordt gehouden met de bijzondere kwetsbaarheid van deze kinderen. Dit is schadelijk voor hun ontwikkeling en in strijd met het VN-Kinderrechtenverdrag. De kwetsbaarheid van kinderen op de vlucht is een gegeven; binnen die categorie zijn alleenstaande kinderen uitermate kwetsbaar. Zij hebben vaak tijdens de vlucht al veel meegemaakt en door hen moedwillig van hun ouders te scheiden lopen zij mogelijk nog meer ontwikkelingsschade op. Op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag heeft Nederland een speciale verantwoordelijkheid voor deze kinderen, waarbij de belang van het kind centraal moet staan.
Ontbreken menselijke maat
Op 24 juni 2021 sprak Defence for Children met de Vaste Tweede Kamer Commissie voor Justitie en Veiligheid over het maatwerk in de uitvoering van het vreemdelingenbeleid en het ontbreken van de menselijke maat in vreemdelingenzaken. Net als het geval was bij de mensen die zijn getroffen door de toeslagenaffaire worden vluchtelingen en migranten vaak met veel wantrouwen bejegend als gevolg daarvan wordt onvoldoende naar de belangen van kinderen in migratieprocedures gekeken. Omdat de IND de positie van het kind onvoldoende onderzoekt en eveneens door deskundigen vastgestelde belangen van het kind onvoldoende serieus neemt wordt in feite dubbel in strijd gehandeld met de verplichting op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag om de belangen van het kind te beoordelen en vast te stellen.
Meer informatie: