Jaar na uitspraak Hof van Justitie nog steeds geen kindvriendelijk beleid voor alleenstaande minderjarigen
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid stuurde op 20 december 2021 een brief aan de Tweede Kamer over “Uitstel van vertrek voor amv's [onbegeleide minderjarigen] zonder terugkeerbesluit”, waarin het nieuwe beleid over onbegeleide minderjarigen uiteen wordt gezet naar aanleiding van de uitspraak TQ van het Hof van Justitie van de Europese Unie:
“Om opvolging te geven aan deze uitspraak ben ik voornemens een vorm van uitstel van vertrek in het leven te roepen hangende het onderzoek naar adequate opvang. Op deze wijze wordt er voorzien in een vorm van rechtmatig verblijf waardoor de wettelijke status van de [onbegeleide minderjarige] wordt verduidelijkt. Daarnaast blijft ook het toekomstperspectief voor de [onbegeleide minderjarige] die niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning helder; namelijk terugkeer naar het land van herkomst. Voor deze vorm van uitstel van vertrek is een wetswijziging vereist.”
Bijna één jaar na het oordeel van het Europese Hof dat Nederland het beleid over onbegeleide minderjarigen moet aanpassen, komt de staatssecretaris met haar voorstel voor nieuw beleid voor onbegeleide minderjarigen: Uitstel van vertrek.
Nieuw beleid is nodig
Dat nieuw beleid nodig is, komt door een uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak TQ. Daarin werd geoordeeld dat het Nederlandse beleid over onbegeleide minderjarigen niet in lijn is met het belang van het kind. Inmiddels hebben veel rechtbanken in hun uitspraken aangegeven hoe de uitspraak TQ er in beleid/praktijk uit zou moeten zien. Op 23 september 2021 vond de zitting bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State plaats in de zaak van TQ en kwamen de consequenties voor Nederland van het arrest van het Hof aan bod. Voor deze zitting schreef Defence for Children een expertopinie. De toekomstige uitspraak is van groot belang, omdat hierin zal worden bepaald waaraan het nieuwe beleid juridisch moet voldoen. De staatssecretaris zei ter zitting te willen wachten met het formuleren van beleid tot wanneer de uitspraak van de Afdeling er is. Nu komt de staatssecretaris toch, vlak voor het kerstreces, met nieuw beleid. Dit is opmerkelijk. Het leidt ertoe dat de Afdeling het nieuwe beleid onvermijdelijk zal moeten betrekken in zijn oordeel in de zaak TQ.
Marie-Christine Alting von Geusau, juridisch medewerker Kinderrechten en Migratie: “Het voorgestelde nieuwe beleid doet op geen enkele wijze recht aan de uitspraak van het Hof waarin de nadruk wordt gelegd op een duurzame oplossing. Dat het zo lang heeft moeten duren om tot deze kindonvriendelijke oplossing te komen is een ware teleurstelling.”
Vragen bij dit nieuwe beleid
Defence for Children lobbyt al jaren voor een buitenschuldbeleid waarin het belang van onbegeleide minderjarigen centraal staat en niet het strikte terugkeerbeleid dat Nederland al jaren voert.
Defence for Children ziet op geen enkele manier in hoe het nieuwe beleid tegemoetkomt aan het oordeel van het Hof van Justitie in TQ. Net als het oude beleid (waarin sprake was van een gedoogconstructie) leidt dit niet tot een duurzame oplossing. De jongere krijgt tijdens deze periode immers geen zekerheid over zijn toekomstperspectief. Defence for Children heeft veel vraagtekens bij deze uitstel-van-vertrek constructie: wie gaat het onderzoek naar adequate opvang doen en welke inspanningen worden er van de minderjarige verwacht? Hoe snel wordt zo’n onderzoek in gang gezet? Hoe lang kan uitstel van vertrek maximaal worden verleend? Wat gebeurt er bijvoorbeeld wanneer een onbegeleide minderjarige als 11-jarige Nederland binnenkomt en er tot zijn 18e geen actief onderzoek heeft plaatsgevonden naar adequate opvang? Het is onaanvaardbaar dat een kind dan jarenlang in onzekerheid leeft omdat de overheid nalaat onderzoek naar adequate opvang te doen. Tijdens zo'n lange periode wortelt een kind in de Nederlandse samenleving en de verblijfsonzekerheid heeft (ontwikkelings)schade tot gevolg. En juist die zekerheid werd zozeer beoogd door het Hof van Justitie in TQ.
Oplossingen in lijn met het belang van het kind
Om het beleid daadwerkelijk in lijn te brengen met het belang van het kind en het oordeel van het Hof van Justitie, moet verder worden gekeken dan ‘uitstel van vertrek’, dat immers in strijd is met het belang van het kind. Er moet beleid worden ontwikkeld dat het belang van het kind daadwerkelijk centraal zet in de gehele procedure. Kinderrechten zijn geen gunst en alleenstaande kinderen hebben recht op meer dan dit oude-wijn-in-nieuwe-zakken beleid.
De staatssecretaris sluit haar brief over het nieuwe beleid af met de bezwerende formule dat “hiermee wordt voldaan aan de jurisprudentie van het Hof”. Dat de staatssecretaris dit opschrijft, betekent echter niet dat het daarmee ook waar is. Het Hof heeft in TQ immers geoordeeld dat het niet in het belang van het kind is wanneer een minderjarige in onzekerheid komt te verkeren over zijn of haar toekomst, opleiding, de band met een pleeggezin en de mogelijkheid om in Nederland te mogen blijven. Het voorgestelde beleid van de staatssecretaris gaat lijnrecht in tegen dit oordeel, omdat kinderen door verlening van uitstel van vertrek nu juist – mogelijk langdurig – in grote onzekerheid worden gebracht.