Staatssecretaris en Raad voor de Kinderbescherming lijnrecht tegenover elkaar bij zaak Howick en Lili
Gisteren vond in Den Haag bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter, de zitting plaats naar aanleiding van het hoger beroep van de staatssecretaris in de asielprocedure van Howick en Lili. De staatssecretaris had het asielverzoek afgewezen. Daarbij had hij de voorwaarden voor terugkeer die door de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en voogdij-instelling Nidos waren gesteld, genegeerd. Op 19 juli oordeelde de rechtbank Utrecht dat de staatssecretaris dit alsnog moet doen.
Behoefte aan bescherming
De staatssecretaris wil de voorwaarden voor terugkeer niet beoordelen en heeft besloten in hoger beroep te gaan. In een urenlange zitting bij de Raad van State kwam de cruciale rechtsvraag of hij deze voorwaarden wel of niet moet betrekken bij de beoordeling van de asielaanvraag nauwelijks aan bod. Martin Vegter is jurist bij Defence for Children en is al sinds het begin betrokken bij de zaak. Hij was dan ook gisteren aanwezig bij de zitting. “Hoewel de procedure gaat over de kinderen en hun behoefte aan bescherming tegen ontwikkelingsschade en de uitspraak die de rechtbank Utrecht heeft gedaan over het meewegen van de terugkeervoorwaarden in de asielprocedure, ging het de gehele zitting vrijwel uitsluitend over moeder.”
Conclusies van Raad voor de Kinderbescherming in twijfel getrokken
De deskundigen van de Raad voor de Kinderbescherming werden uitvoerig bevraagd. De kinderrechter heeft eerder op basis van de conclusies van hun onderzoek een ondertoezichtstelling (en verlenging daarvan) uitgesproken, omdat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd. Die ondertoezichtstelling loopt nog steeds. Gisteren trokken de Staatsraden de conclusies van de Raad voor de Kinderbescherming echter openlijk in twijfel.
Kamervragen over verhouding tussen verschillende afdelingen bij het ministerie
Eerder stelden ChristenUnie, PvdA, GroenLinks en de SP al Kamervragen over het hoger beroep van de staatssecretaris. Zij vonden het vreemd dat hij het onderzoek en de conclusies van de Raad voor de Kinderbescherming negeert. De Raad voor de Kinderbescherming valt net als de Immigratie- en Naturalisatiedienst en Dienst Terugkeer & Vertrek onder het ministerie van Justitie en Veiligheid. De Kamerleden vragen zich af wat het gevolg is van de opstelling van de staatssecretaris voor de autoriteit van de Raad voor de Kinderbescherming.
Samenwerking IND, DT&V en RvdK in het belang van het kind
De Raad voor de Kinderbescherming en, namens de staatssecretaris, de Immigratie- en Naturalisatidienst en de Dienst Terugkeer & Vertrek zijn juist onlangs een samenwerking aangegaan om de belangen van minderjarige vreemdelingen beter te waarborgen, omdat het hier gaat om de meest kwetsbare groep. Martin Vegter: “Wat deze samenwerking concreet inhoudt, is de vraag, want ter zitting bij de Raad van State valt op dat de staatssecretaris lijnrecht tegenover de Raad voor de Kinderbescherming staat. De Raad voor de Kinderbescherming stelt ter zitting klip en klaar dat zij “geen kinderen gaan plaatsen op goed geluk”. Dat doen zij niet met Nederlandse kinderen van wie het de vraag is of zij bij de ouder(s) kunnen wonen en dat is in deze zaak niet anders. De Raad voor de Kinderbescherming wil altijd zekerheden om de veiligheid en ontwikkeling van een kind te waarborgen en op grond van uitvoerig onderzoek is gebleken dat die zekerheden in dit geval ontbreken. De staatssecretaris beperkt zich ertoe dat hij vertrouwen stelt in de Armeense autoriteiten en ervan uitgaat dat het goedkomt. Garanties dat aan de voorwaarden van de Raad voor de Kinderbescherming wordt voldaan, vindt hij niet nodig.”
Een jaar zonder moeder
Inmiddels zijn Howick (13) en Lili (12) zonder moeder in Nederland. Het is vandaag precies een jaar geleden dat hun moeder werd uitgezet naar Armenië.
Uitspraak
De Raad van State zal zo snel mogelijk uitspraak doen. Wanneer dit precies zal zijn, is nog niet duidelijk.
Lees waarom de rechter vond dat de asielaanvraag niet afgewezen mocht worden