Campagne voor afschaffing vreemdelingendetentie kinderen
Op 20 en 21 april heeft de Raad van Europa een campagne gelanceerd ter beëindiging van vreemdelingendetentie van kinderen. Parlementariërs kregen tijdens de lancering met een 'living library' de kans om over het onderwerp te spreken met (ervarings)deskundigen. Zij kregen onder andere het verhaal te horen van jongeren die zelf als kind in vreemdelingendetentie hebben verbleven. Defence for Children nam deel aan de 'living library' om de lobby vanuit de Coalitie geen kind in de cel toe te lichten die in Nederland wordt gevoerd tegen het opsluiten van kinderen op grond van hun vreemdelingenrechtelijke status.
Mogelijke alternatieven voor detentie van kinderen op migratierechtelijke gronden
Defence for Children presenteerde het rapport "Papa, hebben we iets ergs gedaan?" dat in januari 2014 werd gepubliceerd en overhandigd aan leden van de Tweede Kamer. Sindsdien is het beleid van de staatssecretaris ten aanzien van vreemdelingendetentie van kinderen veranderd. Kinderen die met hun ouders op Schiphol Nederland binnenkomen, worden sinds 1 september 2014 niet langer opgesloten gedurende de behandeling van hun asielaanvraag. Op Schiphol vindt een screening plaats om de gezinsband vast te stellen. Volgens de laatste cijfers van de staatssecretaris zijn alle kinderen die sindsdien op Schiphol zijn aangekomen, overgeplaatst naar Ter Apel waar ze in vrijheid de behandeling van hun asielaanvraag mogen afwachten. Defence for Children stelt met waardering vast dat door dit beleid al veel kinderen detentie bespaard is gebleven.
Sameer Hannan, een Syrische vluchteling die in Nederland woont, was aanwezig in Straatsburg om te vertellen over zijn ervaringen in detentie. Hij kwam anderhalf jaar geleden met zijn vrouw en zesjarige zoontje in Nederland aan. Het gevluchte gezin werd gedurende twee weken opgesloten in een cel op Schiphol waarna hen een verblijfsstatus werd verleend. Sameer Hannan deelde zijn ervaringen en heeft gepleit dat het Nederlandse voorbeeld van afschaffing van grensdetentie door andere lidstaten van de Raad van Europa opgevolgd zou moeten worden.
Aanhoudende zorgen over vreemdelingenbewaring in de Gesloten Gezinsvoorziening
Met de afschaffing van grensdetentie werd in Zeist een nieuwe Gesloten Gezinsvoorziening (GGV) geopend waar gezinnen met minderjarige kinderen kunnen worden opgesloten voorafgaand aan hun uitzetting. Defence for Children krijgt de laatste maanden veel signalen binnen waaruit blijkt dat dit in toenemende mate aan de orde is. Waar het sinds september 2013 beleid was dat een gezin zich eerder aan het toezicht moest hebben onttrokken alvorens het in bewaring kon worden gesteld, is het sinds oktober vorig jaar voldoende als de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) vermoedt dat het gezin zich mogelijk aan het toezicht zou willen onttrekken. Dit criterium is niet objectief. Bovendien heeft de DT&V in het kader van een pilot nu zelf de volledige bevoegdheid om bewaringsmaatregelen op te leggen, zonder tussenkomst van een Hulpofficier van Justitie. In veel gevallen waarbij kinderen met hun ouders in bewaring worden gesteld, blijkt dat de DT&V niet goed heeft gekeken naar de belangen van de betrokken kinderen, ondanks dat de Dienst hier op grond van het beleid en rechterlijke uitspraken toe verplicht is.
Defence for Children maakt zich ernstige zorgen over deze ontwikkeling en stelt dat er zo snel mogelijk een einde moet komen aan deze schending van kinderrechten. Meerdere rechters zijn dat met ons eens. Al eerder berichtte Defence for Children dat rechters van oordeel waren dat het belang van het kind ten onrechte ontbrak in de beslissing een gezin op te sluiten.
Uitspraak rechtbank
Op 21 april 2015 heeft de rechtbank Utrecht in een vierde zaak eveneens geoordeeld dat er bij de opsluiting van een gezin niet gekeken was naar de belangen van de kinderen waar dat volgens het beleid wel had gemoeten. Dat dit gezin inmiddels was uitgezet, maakte voor de rechtbank niet uit. Defence for Children ziet de uitspraak als een belangrijke bevestiging dat kinderen die worden uitgezet niet voorafgaand daaraan mogen worden beschadigd door hen op te sluiten. De staatssecretaris moet heel goed kijken naar de belangen van de kinderen en zoveel als mogelijk een alternatief voor opsluiting toepassen. De uitspraak van de rechtbank Utrecht is al de vierde keer binnen enkele maanden dat de staatssecretaris op de vingers wordt getikt omdat hij niet heeft stilgestaan bij het belang van het kind.
In een vijfde zaak waarin het belang van de kinderen ook niet was meegewogen, heeft de staatssecretaris enkele uren voor de rechtszitting aan de advocaat laten weten schadevergoeding te betalen. Een vijfde veroordeling door de rechter werd daarmee voorkomen, maar het kan niet verhullen dat de staatssecretaris ook in die zaak ten onrechte de bewaringsmaatregel heeft opgelegd. Sterker nog, door toekenning van de schadevergoeding heeft de staatssecretaris dat zelf, nog voor de behandeling door de rechter, toegegeven.