Onderzoekscriptie toont behoefte aan participatie bij jonge asielzoekers
Voor haar masterscriptie draaide antropologiestudente Moos Pozzo een paar maanden mee in het dagelijkse leven van jonge asielzoekers. Zij kwam onder meer tot de conclusie dat voor jongeren participatie voorziet in een basisbehoefte en hen helpt zich staande te houden. Het Nederlandse ontmoedigingsbeleid op het gebied van asiel en immigratie lijkt er voor te zorgen dat veel jonge asielzoekers juist een verblijfsvergunning willen. Zij zien het als enige mogelijkheid om activiteiten te ontplooien. Defence for Children ziet in de onderzoeksresultaten dat er nog veel werk is te verzetten om het recht op participatie en het recht op recreatie te realiseren voor kinderen op asielzoekerscentra.
Kunst en cultuur in asielzoekerscentra
Door haar werk bij Stichting de Vrolijkheid kwam Pozzo in aanraking met asielzoekers. Deze stichting organiseert activiteiten op het gebied van kunst en cultuur voor kinderen en jongeren in asielzoekerscentra. Een belangrijke basis van Stichting de Vrolijkheid is het recht op participatie. Pozzo voerde een intensief veldwerkonderzoek uit met asielzoekers van 12 tot 23 jaar. Door informele gesprekken met de jongeren aan te knopen in het asielzoekerscentrum of via Facebook of Whatsapp, wilde zij er achter komen wat voor hen belangrijk is en inzicht krijgen in wat het begrip participatie betekent in hun leven.
Actief blijven wordt gezien als basisbehoefte
'Uit het onderzoek blijkt dat de jongeren participatie, of 'actief blijven' zoals zij het definiëren, zien als een basisbehoefte om zich staande te houden in dagelijks zeer onzekere omstandigheden', zegt Pozzo. Maar de mogelijkheden voor participatie zijn schaars: behalve het recht op onderwijs, dat vaak niet langer van toepassing is na hun achttiende verjaardag, zijn er weinig opties: 'ze mogen niet werken en ze hebben zeer beperkte toegang tot andersoortige activiteiten vanwege de geïsoleerde ligging van het asielzoekerscentrum en een gebrek aan financiële middelen, talenkennis, informatie en een goede internetverbinding.' Deze beperkingen zijn een gevolg van het Nederlandse ontmoedigingsbeleid op het gebied van asiel en immigratie. Een opvallende uitkomst van Pozzo's onderzoek is dat dit beleid ervoor zorgt dat veel jonge asielzoekers juist nog liever een verblijfsvergunning willen. Zij zien het namelijk als de enige mogelijkheid om activiteiten te ontplooien buiten de privésfeer.
Jonge asielzoekers actieve individuen
Het scriptie laat zien dat jonge asielzoekers actieve individuen zijn in plaats van een passieve groep. Hoewel de jongeren onderling verschillen in de manier waarop ze zich staande proberen te houden, benadrukken ze allemaal het belang van 'actief blijven'. Maar de mogelijkheden om dat te doen zijn uiteindelijk afhankelijk van macht: 'indien vluchtelingen en/of kinderen beleidsmatig worden uitgesloten en gedwongen tot passiviteit, riskeren zij daadwerkelijk passieve slachtoffers te worden.' zegt Pozzo. Uit het onderzoek blijkt dat degenen die geen Nederlands spreken – ongeveer de helft van de onderzoeksgroep – vaak psychische problemen ontwikkelen als gevolg van de gedwongen passiviteit. Qua vrijetijdsbesteding is er ook veel behoefte aan bijvoorbeeld fitness; om fysiek moe te worden en minder te piekeren. Dit als middel tegen de veel voorkomende slaapproblemen.
Defence for Children ziet in de onderzoeksresultaten van Pozzo dat er nog veel werk is te verzetten voordat het recht op participatie (artikel 12 van het VN-Kinderrechtenverdrag) en het recht op recreatie (artikel 31 van het VN-Kinderrechtenverdrag) gerealiseerd zijn voor kinderen op asielzoekerscentra. De website www.tell-me.nl probeert bij te dragen aan het recht op informatie van jongeren. Op deze website vinden kinderen, ouders, professionals en geïnteresseerden informatie over alles wat van belang is in het leven van een kind in een asielzoekerscentrum. Het is de eerste website in Nederland die asielzoekerskinderen centraal stelt.