Europees Hof bevraagt Nederland over asielzaak
Op 20 december 2017 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vragen gesteld aan de Nederlandse Staat. Het Europees Hof wil van Nederland weten in hoeverre minderjarige meisjes in Guinee effectief beschermd kunnen worden tegen besnijdenis en daarmee of zij risico lopen op een onmenselijke of vernederende behandeling. De vragen van het Europees Hof worden gesteld in het kader van een aantal zaken van meisjes uit Guinee die bekend zijn op de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children. Defence for Children heeft de procedures van de meisjes op nationaal niveau ondersteund en schreef een expert opinion ter ondersteuning van de klacht bij het Europees Hof.
Geen asiel in Nederland
De advocaten van de meisjes hebben een klacht ingediend bij het Europees Hof na uitspraak van de hoogste bestuursrechter in Nederland waarin geoordeeld werd dat de afwijzing van de asielvergunning terecht was. Volgens de hoogste bestuursrechter is er voor de meisjes geen besnijdenisrisico aanwezig in Guinee. De moeders van de meisjes willen niet dat hun dochters worden besneden en om deze reden zouden zij volgens de bestuursrechter de besnijdenis zelf kunnen voorkomen. Defence for Children stelt zich op het standpunt dat de uitspraak van de hoogste bestuursrechter in strijd is met de verplichting in het VN-kinderrechtenverdrag om het belang van het kind voorop te stellen en om kinderen die asiel aanvragen extra hulp te bieden bij het verkrijgen van hun rechten.
Moeders wil is geen wet
Volgens Defence for Children is het opvallend dat de Nederlandse Staat zegt dat de moeders van de meisjes hun besnijdenis zouden kunnen voorkomen nu volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken 97 procent van alle vrouwen in Guinee wordt besneden. Martin Vegter, als jurist werkzaam op de afdeling Kinderrechten en Migratie bij Defence for Children, schreef in maart 2016 een wetenschappelijk artikel waarin het oordeel van de Afdeling tegen de achtergrond van de beschikbare informatie over meisjesbesnijdenis in Guinee en rechterlijke uitspraken van het Europees Hof wordt geplaatst. Vegter bekritiseert in het artikel de wijze waarop de hoogste bestuursrechter omgaat met beschikbare landeninformatie en bronnen van het Ambtsbericht en concludeert dat de rechten van Guineese meisjes in de asielprocedure niet worden gerespecteerd.