Geen asiel, ondanks risico op meisjesbesnijdenis
18 juni 2015 |Twee eenjarige meisjes worden met hun moeders teruggestuurd naar Guinee. Volgens de Raad van State lopen de kinderen geen risico om slachtoffer te worden van meisjesbesnijdenis, terwijl het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat 97 procent van alle vrouwen in Guinee wordt besneden.
Bij de bevolkingsgroep waartoe de meisjes behoren, ligt het percentage besneden vrouwen zelfs op 99,5 procent. De Raad van State oordeelt desondanks dat de meisjes besnijdenis bespaard zal blijven, omdat de moeders niet willen dat hun dochters besneden worden. "Dat de moeders het zelf niet willen klopt uiteraard, want dat is precies de reden geweest om in Nederland asiel aan te vragen", zegt Martin Vegter, jurist bij Defence for Children. "Al vele jaren bestaat er specifiek beleid ten aanzien van meisjesbesnijdenis in diverse, met name Afrikaanse landen. Alle ouders die zich op dit beleid beroepen hebben met elkaar gemeen dat zij zelf niet willen dat hun dochters besneden zullen worden."
Hardnekkig verschijnsel
Organisaties als UNICEF en de WHO proberen in samenwerking met de Guineese overheid het aantal besnijdenissen terug te dringen, maar dit heeft tot op heden niet geleid tot een substantiële afname. Besnijdenis wordt binnen families en gemeenschappen als verplichting gezien en verzet ertegen kan sociale uitsluiting tot gevolg hebben. Uit onderzoek blijkt dat twintig procent van de vrouwen in Guinee het liefst zou willen breken met de traditie, maar verandering vergt een hele lange adem. "Besnijdenis is een hardnekkig verschijnsel en diep geworteld in de Guineese cultuur", zegt Vegter. "De Raad van State oordeelt daarom onterecht dat een meisje, van wie de moeder niet wil dat het besneden wordt, geen risico loopt. Alsof er recent ineens fundamentele veranderingen hebben plaatsgevonden. Dat is zeker niet het geval. De uitspraak is onbegrijpelijk."
Defence for Children heeft beide moeders en dochters tijdens het hoger beroep ondersteund. De gemachtigden van de meisjes zullen nu namens de meisjes een klacht indienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Vegter: "De uitspraak van de Raad van State is in strijd met de verplichting in het VN-Kinderrechtenverdrag om het belang van het kind voorop te stellen en om kinderen die asiel aanvragen extra hulp te bieden bij het verkrijgen van hun rechten."