Rechtbank Den Haag wijst op belang samenplaatsing broers en zussen
In een recente uitspraak heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld dat twee broers die uit huis zijn geplaatst bij hun grootouders niet overgeplaatst mogen worden naar een instelling. De rechtbank stelt in haar uitspraak dat broers en zussen in beginsel niet van elkaar gescheiden mogen worden gelet op het belang van continuïteit in de opvoeding en het behoud van familiebanden.
Standpunt gecertificeerde instelling
Het gaat in deze zaak om twee broers van wie de ouders niet in staat zijn voor hen te zorgen. De broers zijn uit huis geplaatst bij hun grootouders. De gecertificeerde instelling heeft de rechtbank verzocht om de broers ieder in een andere observatie- en behandelgroep te plaatsen. Dit is nodig omdat de broers gedragsproblemen hebben en er op school zorgelijke incidenten hebben voorgedaan. Volgens de gecertificeerde instelling hebben de broers een professionele woonomgeving nodig waar gekeken kan worden naar mogelijke trauma’s die zij de afgelopen jaren hebben opgelopen. In een professionele woonomgeving zou ook gekeken kunnen worden naar hun eigen problematiek en er zijn neutrale opvoeders aanwezig die deskundig zijn op het gebied van hechtings- en loyaliteitsproblematiek. De grootouders kunnen deze omgeving onvoldoende bieden, aldus de gecertificeerde instelling.
Standpunt vader en grootouders
De vader is het oneens met het verzoek van de gecertificeerde instelling. Hij stelt dat de overplaatsing van de broers een disproportioneel en voorbarig middel is omdat er geen analyse heeft plaatsgevonden van de problematiek van de broers en dat er geen ambulante hulpverlening heeft plaatsgevonden. Bovendien hebben de grootouders aangegeven dat zij bereid zijn de opvoeding en verzorging voor de broers voor een langere periode op zich te nemen. De belangen van de broers bij een ongestoorde voortzetting van het hechtingsproces en continuïteit in de opvoeding bij de grootouders prevaleren boven plaatsing in een jeugdinstelling of een pleeggezin. De grootouders zijn bovendien bereid passende professionele ondersteuning voor de broers te zoeken. Het Jeugd- en Gezinsteam heeft al laten weten hen daarbij te willen helpen.
Standpunt broers
De rechtbank heeft ook met de broers gesproken. Zij hebben de rechter verteld dat ze het fijn vinden om bij hun grootouders te wonen. Ze worden geholpen met hun schooltaken, ze vinden het gezellig om spelletjes met hun grootouders te doen en ze genieten van de dagelijkse maaltijden waarin aandacht is voor elkaar. Een van de broers benoemt zelfs dat de grootouders zijn enige veilige haven zijn.
Beoordeling rechtbank
De rechtbank stelt, op basis van het dossier en wat er op zitting is gezegd, vast dat beide ouders zowel op dit moment als in de toekomst niet in staat zijn voor hun zoons te zorgen. De grootouders hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in het leven van de broers. De grootouders bieden een vertrouwde opvoedomgeving, structuur, aandacht en liefde. In tegenstelling tot de gecertificeerde instelling ziet de rechtbank geen redenen om te twijfelen aan de opvoedcapaciteiten van de grootouders. Nu zij bereid zijn de opvoeding en verzorging voort te zetten en ook passende ambulante hulpverlening zullen inzetten, ziet de rechtbank geen noodzaak om de broers ergens anders te plaatsen. De rechtbank acht het in het belang van de broers, nu dit mogelijk is gebleken, bij familie op te groeien. Daarnaast hebben de broers er zowel vanuit het nationale recht als vanuit het internationale recht bezien recht op om in een pleeggezin op te groeien in plaats van in een residentiële instelling. De Richtlijnen voor Alternatieve Zorg van de Verenigde Naties benadrukken het belang van kinderen om in hun eigen omgeving te blijven, dat de al bestaande relaties bestendigd worden en broers en zussen in beginsel niet gescheiden worden. De rechtbank wijst het verzoek van de gecertificeerde instelling dan ook af.
Belangrijke uitspraak
Defence for Children vindt het zeer positief te lezen dat de rechtbank de belangen van de broers in deze zaak vooropstelt en expliciet benoemt dat broers en zussen in beginsel niet van elkaar gescheiden mogen worden. Defence for Children meent dat dit een belangrijk uitgangspunt is, dat in de praktijk helaas nog niet altijd wordt nageleefd. Daarom zet Defence for Children zich in om het ‘samen, tenzij’ beginsel te verankeren in nationale wet zodat broers en zussen samen uit huis worden geplaatst, tenzij uit onderzoek blijkt dit niet in het belang van (één van) hen is.
- Lees hier de uitspraak van de rechtbank Den Haag
- Lees hier wat Defence for Children voor broers en zussen doet
De kinderen op de foto zijn niet de jongens waar het in dit artikel om gaat.