Zorgen om Nederlandse kinderen in IS-gebied
Uit het jaarverslag van de AIVD blijkt dat er minstens 175 Nederlandse kinderen in voormalig IS-gebied verblijven. Meer dan de helft van deze kinderen is jonger dan vier jaar oud. Een aantal Nederlandse ouders die met hun kinderen in voormalig IS-gebied verblijven, hebben laten weten dat zij willen terugkeren naar Nederland. Dit lukt hen niet op eigen kracht omdat zij niet de benodigde reisdocumenten hebben en zij niet zelfstandig een consulaat kunnen bereiken. De Nederlandse overheid helpt hen niet. Defence for Children vindt dat de rechten van deze kinderen ernstig worden geschonden. De overheid zou deze kinderen moeten beschermen en laten terugkeren naar Nederland.
Nederlandse nationaliteit
België geeft kinderen tot tien jaar wel een terugkeerrecht en voor kinderen die ouder zijn dan tien jaar wordt per individueel geval bekeken of terugkeer mogelijk is. Ook Duitsland biedt consulaire bijstand aan uitreizigers in het strijdgebied. Het Nederlandse beleid daarentegen is niet gericht op het actief terughalen van uitreizigers en hun kinderen naar Nederland. Defence for Children is van mening dat de Nederlandse overheid onvoldoende rekening houdt met het feit dat het gaat om Nederlandse kinderen van wie de rechten ernstig worden geschonden. Naast kinderen die met hun ouders vanuit Nederland zijn meegenomen naar IS-gebied, zijn er ook kinderen die in IS-gebied geboren zijn. Zij hebben officieel nog niet de Nederlandse nationaliteit. Dit kunnen zij krijgen als blijkt dat (één van) hun ouders de Nederlandse nationaliteit heeft. Deze kinderen vallen dan ook onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid.
Het VN-Kinderrechtenverdrag
De Nederlandse overheid is op basis van het VN-Kinderrechtenverdrag verantwoordelijk voor de bescherming van alle Nederlandse kinderen, ook als zij niet in Nederland zijn. De ouders zijn als eerste verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Als zij dit niet aankunnen, moet de overheid ingrijpen en het kind beschermen. De overheid mag niet discrimineren bij de keuze om een kind wel of geen bescherming te bieden. Van discriminatie is volgens het VN-Kinderrechtenverdrag ook sprake als de overtuigingen of keuzes van de ouders aan kinderen worden tegengeworpen.
Verantwoordelijkheid Nederland
De ontwikkeling van de Nederlandse kinderen in voormalig IS-gebied is ernstig in gevaar. Zij zijn blootgesteld aan de verschrikkingen van het gewapende conflict, leven in erbarmelijke omstandigheden en zijn hoogstwaarschijnlijk getraumatiseerd. Toch helpt de Nederlandse overheid hen niet actief bij hun terugkeer naar Nederland. Als argument wordt aangevoerd dat de ouders verantwoordelijk zijn voor hun kinderen en dat de ouders zelf de keuze hebben gemaakt om met hun kinderen naar IS-gebied af te reizen of om daar kinderen te krijgen. Als de ouders willen terugkeren naar Nederland dan moet dat maar op eigen kracht. Volgens Defence for Children is dit onbegrijpelijk en in strijd met het VN-Kinderrechtenverdrag. Kinderen zijn niet medeplichtig aan de keuze van hun ouders om af te reizen naar IS-gebied. Dit mag dan ook niet worden aangevoerd als reden om de kinderen geen hulp en bescherming te bieden.
Sommige ouders hebben aangegeven dat zij hulp nodig hebben ter bescherming van hun kinderen. Op basis van het VN-Kinderrechtenverdrag moet de overheid de kinderen beschermen als de ouders dit zelf niet kunnen door ouders te steunen of in te grijpen. Ook moet de overheid ervoor zorgen dat kinderen die slachtoffer zijn geworden van gewapende conflicten of andere vormen van geweld gespecialiseerde hulp krijgen.