Rapport: Minderjarige slachtoffers ‘wachten tot het overgaat’
Jongeren die slachtoffer worden van een delict dat angst of schaamte oproept, zoals bedreiging, mishandeling of ongewenste sexting, doen vaak niks en wachten tot het overgaat. Dat blijkt uit een onderzoek van het jongerenteam van Defence for Children in het kader van het project FOCUS on my Needs. Als minderjarige slachtoffers inderdaad niet praten over wat hen is overkomen en geen professionele hulp zoeken, wordt dit ook niet geregistreerd. Hierdoor is er sprake van een black box. Vandaag, op de Europese Dag van het Slachtoffer, publiceert het jongerenteam het rapport ‘Wachten tot het overgaat? Wat jongeren doen én nodig hebben bij een delict dat schaamte of angst oproept’. Het rapport geeft inzicht in de omvang van die black box en legt pijnlijk bloot dat de hulp die momenteel geboden wordt aan minderjarige slachtoffers in Nederland onvoldoende is.
Het jongerenteam is geschrokken van de uitkomsten van het onderzoek. “We hadden wel het vermoeden dat het moeilijk is voor minderjarigen die een ernstig feit meemaken om te praten over wat er is gebeurd of om de weg te vinden naar hulp. Maar dat zoveel jongeren niks doen en wachten tot het overgaat, omdat ze zich niet veilig voelen of niet weten wat ze moeten doen, vinden we schokkend. Zeker omdat de impact ervan op hun verdere leven ingrijpend of zelfs verwoestend kan zijn.” Het jongerenteam roept Slachtofferhulp Nederland, de politie en het Openbaar Ministerie op om structureel samen te gaan werken met jongeren om de informatie en hulp aan minderjarigen te verbeteren. Het rapport is vandaag overhandigd aan Slachtofferhulp Nederland.
Resultaten onderzoek
De online vragenlijst werd ingevuld door 292 jongeren in Nederland tussen de 12 en 18 jaar. 64% van hen is slachtoffer geweest van een ernstig delict, zoals bedreiging, seksueel misbruik, mishandeling, huiselijk geweld en ongewenste sexting. 73% van deze jongeren deed eerst een hele tijd niks in de hoop dat het vanzelf zou overgaan. Ongeveer de helft van de jongeren praatte uiteindelijk toch met een bekende, zoals een vriend, ouder of leerkracht. Slechts een klein aantal zocht professionele hulp. Slechts 18% deed dat bijvoorbeeld bij Slachtofferhulp of de Kindertelefoon en slechts 11% ging uiteindelijk naar de politie. Van de groep die wel hulp zocht voelt maar 20% zich goed geholpen. Schokkend is dat 66% van de jongeren nu nog steeds last heeft van de situatie.
Uit het onderzoek blijkt dat veel jongeren er niet over durven te praten als zij een ernstig delict meemaken. Ze schamen zich of zijn bang voor de gevolgen. Ze weten niet goed waar ze terecht kunnen en ze denken dat er toch niets mee gedaan wordt. Ook is de hulp die wordt geboden onvoldoende. Jongeren geven aan dat het belangrijk is voor minderjarige slachtoffers dat er goed naar hen geluisterd wordt. Dat ze geholpen willen worden bij het verwerken van de situatie en dat hen verteld wordt wat ze het beste kunnen doen.
Andere hulp voor minderjarige slachtoffers nodig
Het jongerenteam wil dat alle jongeren die slachtoffer zijn van een strafbaar feit terecht kunnen bij iemand die ze vertrouwen. Ook als ze zich schamen of bang zijn voor de gevolgen.
Het team roept iedereen die met slachtoffers werkt, en specifiek Slachtofferhulp Nederland, de politie en het Openbaar Ministerie, op om minderjarige slachtoffers als een aparte doelgroep te gaan behandelen. Jongeren zijn geen volwassenen en moeten dus ook anders benaderd worden. Door jongeren te laten participeren en te laten meedenken over oplossingen, kan er hulp komen die aansluit bij wat minderjarige slachtoffers nodig hebben.
Het jongerenteam doet ook een oproep aan minderjarige slachtoffers: blijf er niet alleen mee rondlopen en praat met iemand die je vertrouwt. Als jongere kun je ook anoniem terecht bij Fier of Slachtofferhulp Nederland.