Scroll down

Alternate Text
Blog banner

Geen toekomst meer

Martin Vegter

Juridisch adviseur Migratie

Op 3 augustus 2020 staan zijn ouders, broertjes en zusjes aan het graf van Ali. Ze hebben hem die dag begraven. Hun zoon, hun grote broer. Een jongen, veertien jaar nog maar. Een tiener vol ambities. Een passie voor anatomie had hij, chirurg zou hij worden. Tot zijn wanhoop hem te veel werd.

Ali kwam uit Syrië, samen met zijn ouders, broertjes en zusjes. Gevlucht voor de oorlog en het vernietigende geweld. Jarenlang leefden zij in Libanon, in een vluchtelingenkamp. Overleven dekt de lading beter, de omstandigheden zijn er mensonwaardig. Elk perspectief op betere tijden ontbrak, dat was het ergste. Opvang in de regio heet dat.

In 2016 vlucht het gezin naar Europa. Eerst naar Spanje. Daar krijgt het gezin een verblijfsvergunning. Maar een leven opbouwen lukt niet. Ze leven er in armoede, met zijn allen op één kamer. Werk is er niet. Ze zien er geen toekomst en vertrekken naar Nederland. Eenmaal in Nederland worden ze teruggestuurd naar Spanje en belanden dan in een nog uitzichtlozer situatie, op straat. Het drijft hen opnieuw naar ons land.   

De IND wijst de asielaanvraag af. Het gezin moet weer terug naar Spanje. In de procedure wordt keer op keer gewaarschuwd dat de psychische gesteldheid van Ali grote zorgen baart. Hij kan niet leven met het idee weer naar Spanje te moeten. De zorgen zijn zo groot dat zijn huisarts bang is voor het allerergste. En dat schrijft zij ook op. De advocaat wijst de IND erop dat de situatie echt heel ernstig is. Onderzoek dit eerst, zo dringt hij aan. Gehoor vindt zijn noodkreet niet. De afwijzing blijft gehandhaafd, onderzoek blijft uit.

Dan buigt de rechtbank zich erover. Die neemt de bevindingen van de arts ter harte. Het oordeel luidt dat “voldoende aannemelijk is gemaakt dat er sprake is van een reëel risico op suïcide”. De rechter draagt de IND op een medische beoordeling te vragen aan het Bureau Medische Advisering.

Wie denkt dat de IND dan eindelijk onderzoek gaat doen naar hoe het met Ali gaat, komt bedrogen uit. Een nieuwe weigering volgt, de IND gaat in hoger beroep bij de Raad van State. Het argument? De IND acht zich op grond van het beleid formeel niet verplicht om in de asielprocedure de psychische gesteldheid van Ali te onderzoeken.

Een ontluisterende proceshouding. De ogen sluiten voor het belang van een geschaad kind. Met enige regelmaat zijn er zinnen van de staatssecretaris te lezen over dat haar departement onderzoekt hoe meer aandacht kan worden geschonken aan het belang van het kind. Samenwerkingsverbanden worden aangegaan, handelingsprotocollen opgesteld. Maar wat is het waard? Wat zijn die woorden waard als de IND na waarschuwingen van arts en rechter de wanhoop van een kind niet wil zien? Niet uit eigen beweging onderzoek doet, omwille van dat kind, maar zich verschanst achter de dikke muren van juridisch formalisme.        

De Raad van State verklaart het hoger beroep van de IND gegrond. De IND hoefde de psychische toestand van Ali niet te onderzoeken. Formele argumenten gedijen er goed. Het belang van het kind, van Ali, een stuk minder.

Het verhaal van Ali maakt veel los. Niet in de laatste plaats bij de ambassadeurs van Defence for Children. Zij hebben eerder zelf meegemaakt wat de gevolgen van onzekerheid over het verblijf kunnen zijn. Hun boodschap: Ali is niet de enige. Zij kennen de andere kinderen, nu in de opvangcentra waar zij eerder zelf ook woonden. Sommigen de wanhoop nabij. De ambassadeurs zetten zich vol vuur in voor deze kinderen en maken zich grote zorgen.

Terechte zorgen, zo is ook het beeld op de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children. De situatie van Ali staat niet op zichzelf. Met regelmaat worden er zaken onder de aandacht gebracht van kinderen bij wie sprake is van ernstig psychisch lijden. Spanning over de procedure of uitzetting die dreigt. Zorgen over ouders, een broertje, een zus. Komt het busje morgenvroeg voor mij, moet ik dan mee naar de gevangenis? Een loden last. Dat artsen vrezen voor een wanhoopsdaad van een kind is geen zeldzame uitzondering.

Wanneer de wet de IND niet dwingt – zelfs in deze zaken – om het belang van het kind voorop te stellen, dan is het nodig die wet te veranderen. Omdat het psychisch welzijn van een kind belangrijk is. Het formele gelijk niet tegen elke prijs gehaald moet worden. De noodkreet van een kind moet beantwoord worden met zorg en aandacht, in plaats van met een hoger beroep.

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee