De uitdaging
De afgelopen jaren valt op dat uitspraken in strafzaken waarbij minderjarigen seksueel werden uitgebuit, laten zien dat de strafmaat bij bewezenverklaring niet in verhouding staat met de gevolgen van de uitbuiting voor het slachtoffer. In 2013 onderzocht de Nationaal Rapporteur Mensenhandel de jurisprudentie en toen leek de rechtspraak verdeeld bij het bewezen verklaren van seksuele uitbuiting van minderjarigen. (zie publicatie Ze wilde het zelf. Toch?). In sommige uitspraken wordt niet aangesloten bij de juridische normen die de wetgever stelt. De rechtspraak wil bewezen zien dat het minderjarige slachtoffer werd gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen, terwijl volgens de wet in geval van minderjarigen geen sprake hoeft te zijn van dwang om uitbuiting te kunnen bewijzen. De rechtspraak lijkt derhalve in de praktijk deels de schuld van de uitbuiting neer te leggen bij het slachtoffer (‘blaming the victim’).
Een mogelijke oorzaak kan zijn dat een slachtoffer zich doorgaans wisselend presenteert. Zij voldoet niet altijd aan het standaardbeeld van een slachtoffer. Vaak ontkennen zij slachtoffer te zijn en stellen zij uit vrije wil te hebben gehandeld. Dit kan de oordeelsvorming bij rechters kleuren in het kader van de bewezenverklaring van het tenlastegelegde alsook bij de strafmaat. Indien de gedachte is dat er sprake is van ‘eigen schuld’ bij het slachtoffer dan kunnen de gevolgen van de uitbuiting voor het slachtoffer te licht worden opgevat. Hierdoor wordt milder gestraft, hetgeen directe gevolgen heeft voor de aangiftebereidheid en de bescherming van slachtoffers binnen het strafrecht. Het project 'In gesprek met de rechtspraak' loopt van augustus 2017 tot en met juni 2019.
Wat doen we?
Binnen dit project wordt onderzoek gedaan naar de schadelijke effecten van seksuele uitbuiting bij minderjarigen. Vervolgens gaan we in gesprek met rechters die zijn belast met zeden- en mensenhandelzaken. Voor de rechterlijke macht kan meer inzicht in de rol die angst speelt bij slachtoffers helpen om de verklaringen van slachtoffers beter te kunnen waarderen en te plaatsen. De verwachting is dat inzicht in de gevolgen van seksuele uitbuiting voor het slachtoffer zal leiden tot een betere verhouding tussen het gepleegde delict en de opgelegde straf. Rechters die meer weten over de gevolgen van seksuele uitbuiting op minderjarigen zijn in staat tot een betere strafmaatmotivering. Daarnaast verwachten we dat meer inzicht in de rol die angst speelt bij slachtoffers de rechterlijke macht kan helpen bij het lezen en waarderen van de verklaringen van minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting. Met name indien tijdens de verhoren wisselend gedrag wordt waargenomen,
Resultaten
- Onderzoek naar de schadelijke effecten van seksuele uitbuiting bij minderjarigen, gepubliceerd als artikel 'Door angst gedreven' in vakblad TREMA, Tijdschrift voor de rechterlijke macht.
- Gesprekken bij rechtbanken en gerechtshoven naar aanleiding van bevindingen van het onderzoek.
- Bijdrage aan de oriëntatiepunten voor straftoemeting in mensenhandelzaken van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS).
Impact
- Door middel van het voorlichten en het leiden van de discussie tot een verbeterde strafmotivering door de Nederlandse rechtspraak komen zodat het herstel en de vergelding voor (seksuele) uitbuiting in onze samenleving wordt versterkt.
- Rechters zijn beter geïnformeerd over de gevolgen van seksuele uitbuiting bij minderjarigen.
Samenwerking
In gesprek met de rechtspraak is onderdeel van het programma van de Coalitie tegen seksuele kinderuitbuiting. Dit programma heeft tot doel seksuele uitbuiting van kinderen in Nederland te bestrijden. Defence for Children - ECPAT, Terre des Hommes en het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) voeren het programma uit.
Financiering
Adessium Foundation en Stichting Janivo ondersteunen het programma van de Coalitie tegen seksuele kinderuitbuiting. Defence for Children - ECPAT levert een eigen financiële bijdrage.