Minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting die weglopen uit de instelling
Jeugdhulpinstellingen slagen er niet in om effectief en kindvriendelijk te voorkomen dat jongeren, die slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting, weglopen. Dat blijkt uit de quickscan die Defence for Children - ECPAT. Naar schatting verdwijnen jaarlijks negentig meisjes met een loverboy-achtergrond uit gesloten instellingen. De aanpak van instellingen en de politie bij verdwijningen van (vermoedelijke) slachtoffers van seksuele uitbuiting uit jeugdinstellingen is in de quikscan vergeleken met aanbevelingen van de Ombudsman (2013) en Commissie Azough (2014) om weglopen uit de zorg aan te pakken. De meeste aanbevelingen blijken nog opvolging te verdienen.
Volgens het VN-Kinderrechtenverdrag is het de taak van de overheid om kinderen de juiste hulp en zorg te bieden zodat zij zich goed kunnen blijven ontwikkelen. Instellingen schieten hierin te kort. Jongeren keren niet terug van verlof of lopen weg naar een fout vriendje of netwerk, omdat ze weinig perspectief zien. Het niet aanslaan of uitblijven van (gespecialiseerde) behandeling is ook een oorzaak van weglopen. De bevindingen van de quickscan roepen ook de vraag op of de inzet van gesloten jeugdzorg bij deze problematiek wel effectief en gerechtvaardigd is, nu weglopen hiermee niet volledig kan worden voorkomen en juist de omstandigheden in de gesloten instelling een oorzaak voor weglopen kunnen zijn.