Kinderrechtelijke visie nodig in wetsvoorstel gesloten jeugdinstellingen
De ministers van Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben deze zomer de wet rechtspositie gesloten jeugdinstellingen ter consultatie voorgelegd. Het voorstel beoogt de rechtspositie van jeugdigen in gesloten instellingen, waaronder justitiële jeugdinrichtingen en JeugdzorgPlus instellingen, te harmoniseren en te verbeteren. Veel kinderen en jongeren die van hun vrijheid zijn benomen, hebben te maken met overplaatsingen en verblijven hierdoor in meer dan één instelling. In de huidige situatie bestaan grote verschillen met betrekking tot hun rechtspositie wanneer sprake is van verblijf in een gesloten instelling. Defence for Children is voorstander van het harmoniseren van de huidige versnipperde wet- en regelgeving, maar vindt dat het huidige wetsvoorstel kinderen en jongeren ernstig tekort doet. Het gaat voorbij aan kinderrechten en mist een visie op wat kinderen die in een gesloten instelling verblijven nodig hebben. Defence for Children vindt het noodzakelijk dat de voorgestelde wetgeving zo snel mogelijk in lijn wordt gebracht met de uitgangspunten van het VN-Kinderrechtenverdrag.
Ontwikkelingsgericht klimaat in jeugdinstellingen
Defence for Children prijst het streven van de wetgever om met dit wetsvoorstel gedwongen insluiten terug te dringen en een ontwikkelgericht klimaat te stimuleren voor jongeren die verblijven in jeugdinstellingen. We zien bijvoorbeeld dat in het voorstel is opgenomen dat het gebruik van afzonderingsruimtes in jeugdinstellingen met een beperkt en gesloten regime niet langer wordt toegestaan. Daarnaast zijn wij verheugd dat in het wetsvoorstel verder uitvoering is gegeven aan diverse aanbevelingen uit ons in 2019 gepubliceerde onderzoeksrapport ‘Uithuisgeplaatst, en dan?’. Zo is de wettelijke rapportageplicht in het wetsvoorstel opgenomen voor de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen alsook het melden van calamiteiten waaronder suïcide (inclusief pogingen).
Bepaalde punten wetsvoorstel in strijd met rechten
Defence for Children vindt dat het uitgangspunt van minimale vrijheidsbeperking (het ‘nee, tenzij’-beginsel) onvoldoende is verankerd in dit wetsvoorstel. Verder is het een gemiste kans dat de rechten van minderjarigen alsook de positieve verplichtingen die hieruit voortvloeien voor de medewerkers van de gesloten jeugdinstellingen niet duidelijker worden vastgelegd. De wet legt met name vast waarvoor de directeur (eind)verantwoordelijk is en welke maatregelen kunnen worden ingezet jegens de jeugdigen. Defence for Children betreurt dat niet is gekozen voor een andere benadering waarmee de rechten van jeugdigen (waaronder passende zorg en behandeling) meer in balans komen te staan met de eventuele beperkingen die hierop kunnen worden aangebracht. In totaal heeft Defence for Children 52 aanbevelingen geformuleerd, waarvan 31 aanbevelingen over de wetgeving rondom vrijheidsbeperkende maatregelen. Kort gezegd komen die 31 aanbevelingen erop neer om het hoofdstuk over vrijheidsbeperking te herzien, te onderbouwen en in lijn te brengen met de kinder- en mensenrechten. Op sommige punten is het wetsvoorstel namelijk in strijd met die rechten.
Stel kindgerichte (pedagogische) aanpak voorop
Defence for Children vindt dat voor alle kinderen en jongeren in gesloten instellingen geldt dat een kindgerichte (pedagogische) aanpak vooropstaat. Defence for Children hoopt met de aanbevelingen de wetgever uit te nodigen om in de harmonisatiewet het mensen- en kinderrechtelijk perspectief meer te verankeren. De rechten van kinderen en jongeren verdienen een meer prominente plaats in de wet, zodat de naam van de wet ook daadwerkelijk de inhoud van de wet weergeeft: de rechtspositie van kinderen en jongeren.