Gezinslocaties onveilig voor kinderen
De Nederlandse overheid biedt kinderen in gezinslocaties onvoldoende veiligheid en te weinig mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Dat blijkt uit een rapport van de Inspectie van het Onderwijs. Deze kinderen groeien volgens de onderwijsinspectie op in een ‘onveilige omgeving’. De gezinslocaties zijn ‘gehorig en klein’, waardoor kinderen er slecht slapen. Daardoor kunnen ze volgens het rapport niet goed leren en krijgen ze - door het vele verhuizen - soms lange tijd geen onderwijs. Defence for Children signaleert al jaren dat de gezinslocaties een ongeschikte plek zijn voor kinderen. Onnodige verhuizingen van kinderen moeten stoppen en kinderen moeten zo snel mogelijk een kindvriendelijke en veilige leefomgeving krijgen.
Woonomstandigheden in gezinslocaties
Gezinnen blijven vaak geen weken, maar jaren op gezinslocaties. Dat betekent dat de realistische verblijfsduur uitgangspunt moet zijn voor het onderwijs voor deze groep leerlingen. Uit gegevens van 2019 blijkt dat 60% van de gezinnen die toen op de gezinslocaties verbleven, langer dan drie jaar in Nederland was; 35% van deze groep langer dan vijf jaar. Naar alle waarschijnlijkheid is de verblijfduur sindsdien alleen maar toegenomen, aangezien de asielprocedures over het algemeen veel langer duren dan in 2019.
Uit gesprekken die inspecteurs met leerlingen op de vijf gezinslocaties hebben gevoerd blijkt dat kinderen zich onveilig voelen. Dit komt met name door de omgeving buiten de school: de gezinslocatie waar ze verblijven. Het is er gehorig, er is een groot gebrek aan privacy en er breken geregeld opstootjes uit. Ook het plotselinge – en vaak onaangekondigde – vertrek van medebewoners heeft grote impact op het gevoel van veiligheid bij de leerlingen. De Inspectie concludeert: “Gezien de lange verblijfsduur zijn toegang tot onderwijs, waarborgen van veiligheid en een ononderbroken ontwikkeling extra belangrijk.”
Scholen kunnen niet voldoen aan hun wettelijke taak
Leerlingen op de scholen van de gezinslocaties leven op afstand van de maatschappij, concludeert de inspectie. Hun ouders mogen niet werken en voor de kinderen geldt dat het recht op onderwijs op hun 18de vervalt, wat bijdraagt aan een laag zelfbeeld.
Dit heeft ook zijn weerslag op het wettelijk verplichte burgerschapsonderwijs, dat sinds vorig jaar is aangescherpt. De betrokken scholen geven aan hiermee te worstelen. Kinderen in gezinslocaties zijn niet vrij en ook niet gelijkwaardig aan andere burgers in de samenleving, zo constateert de Inspectie. Dit maakt dat het voor scholen moeilijk is om leerlingen respect bij te brengen voor basiswaarden van de democratische rechtsstaat. De leerlingen lijken zelf namelijk geen aanspraak te kunnen maken op ten minste twee van deze basiswaarden: vrijheid en gelijkwaardigheid.
De Onderwijsinspectie roept de verantwoordelijke minister van Onderwijs, Dennis Wiersma, en staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Eric van der Burg, op om ervoor te zorgen dat kinderen op gezinslocaties ononderbroken onderwijs kunnen volgen, zich goed kunnen ontwikkelen en bovenal: zich veilig kunnen voelen.
Aanbevelingen
De Inspectie doet de volgende aanbevelingen:
- Stel het belang van kinderen meer centraal
- Ga uit van een realistische verblijfsduur
- Verhelder afspraken, verantwoordelijkheden en overlegstructuren
- Voorkom onnodige verhuizingen
- Houd kinderen in beeld
- Verhelder positie van nieuwkomers binnen passend onderwijs.
Het COA onderschrijft veel van de constateringen en zorgen die de inspectie in haar rapport benoemt en vindt dat de situatie in gezinslocaties aandacht verdient.
VN-Kinderrechtenverdrag
De Nederlandse overheid heeft het VN-Kinderrechtenverdrag ondertekend en heeft daarmee het recht van kinderen op onderwijs en ontplooiing onderschreven. De overheid is daarmee verantwoordelijk om kinderen een stabiele omgeving te bieden, waarin ze een ononderbroken ontwikkeling (inclusief doorlopend onderwijs) kunnen doormaken. Artikel 2 van het VN-Kinderrechtenverdrag verbiedt bovendien om kinderen die in een AZC wonen anders te behandelen dan Nederlandse kinderen. De overheid schiet hierin volgens de Onderwijsinspectie ernstig tekort.
Sander Schuitemaker: ‘Al jaren signaleert Defence for Children dat gezinslocaties schadelijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen en dat deze locaties ongeschikt zijn voor kinderen. Via onze Kinderrechtenhelpdesk spreken wij veel kinderen die (psychische) klachten ervaren als gevolg van hun leven in een gezinslocatie. De continue spanning en onzekerheid over de toekomst en de vele verhuizingen die deze kinderen meemaken zorgen voor aanhoudende stress en van een gevoel van onthechting bij deze kinderen. Onnodige verhuizingen van kinderen moeten snel stoppen en alle kinderen in moeten zo snel mogelijk een kindvriendelijke en veilige leefomgeving krijgen.”