Alarmerende situatie voor kinderen in noodopvanglocaties
Uit onderzoek van Vluchtelingenwerk Nederland blijkt dat de situatie in de noodopvang is verslechterd. In december inventariseerde de organisatie al en over het algemeen is de situatie in tijdelijke noodopvanglocaties verder verslechterd. De leefomstandigheden in de noodopvang zijn door de humanitaire ondergrens gezakt. Momenteel zijn er ongeveer 37 tijdelijke COA-noodopvanglocaties met 7000 bewoners onder wie 1500 kinderen. Kinderen verblijven hier te lang onder slechte en schadelijke omstandigheden. Veel kinderen geven aan zich niet veilig te voelen, slecht te slapen vanwege geluidsoverlast en slecht te eten. Ook zijn er geen goede speelmogelijkheden voor kinderen of aparte ruimtes waar zij huiswerk kunnen maken of tot rust kunnen komen. Daarnaast krijgen zij slecht contact met de artsen van het GZA en is er gebrek aan jeugdartsen in de noodopvanglocaties. Deze zorgwekkende signalen komen ook bij de kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children binnen. Zo laat een vader weten dat hij met zijn vrouw en dochter van zeven maanden in een kamer verblijven zonder deur of plafond. Er zijn geen plaatsen om luiers te verschonen en door geluidsoverlast lijdt zijn dochter aan slaapstoornissen.
Extra bescherming voor vluchtelingenkinderen
In artikel 22 van het VN-Kinderrechtenverdrag staat dat kinderen die asiel zoeken of erkend zijn als vluchtelingen recht hebben op bijzondere bescherming en bijstand. Zij hebben, net als alle andere kinderen, het recht op te groeien in een veilige en kindvriendelijke leefomgeving. Kinderen die verblijven in noodopvanglocaties ervaren vaak stress en angst vanwege hun onzekere toekomst. Ook moeten zij vaak van de ene noodopvang naar de andere verhuizen terwijl dit aantoonbaar schadelijk is voor hun ontwikkeling. Het VN-Kinderrechtencomité geeft in zijn aanbevelingen aan de Nederlandse regering van februari 2022 aan dat er moet worden ingezet op het realiseren van stabiele opvang en het voorkomen van de vele verhuizingen tussen de verschillende noodopvanglocaties. De huidige leefomstandigheden zijn in strijd met artikel 22 en artikel 6 van het VN-Kinderrechtenverdrag waarin het recht op ontwikkeling staat omschreven.