Aandacht voor samenplaatsing broers en zussen bij een uithuisplaatsing
Op 24 januari 2019 vond het Algemeen Overleg (AO) Personen- en Familierecht plaats. Tijdens dit AO ging de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid in debat met Sander Dekker, minister voor Rechtsbescherming. Het Kamerlid Van Nispen (SP) vroeg tijdens het AO aandacht voor de samenplaatsing van broers en zussen bij een uithuisplaatsing, naar aanleiding van de zorgen die Defence for Children deelde met de commissie over het gebrek aan passend(e) wetgeving, beleid en praktijk rondom het samen plaatsen van broers en zussen bij een uithuisplaatsing. Defence for Children is verheugd over de aandacht voor samenplaatsing van broers en zussen bij een uithuisplaatsing, maar constateert dat meer concrete stappen nodig zijn voor daadwerkelijke versterking van de rechtspositie van deze kinderen.
Wanneer een kind gedwongen uit huis wordt geplaatst, is dat een ingrijpende gebeurtenis. Het betekent dat het kind van zijn of haar ouders wordt gescheiden, ergens anders gaat wonen en (tijdelijk) minder of zelfs helemaal geen contact heeft met zijn ouders. Voor sommige kinderen betekent de uithuisplaatsing ook een scheiding van hun broers en zussen omdat zij wel thuis kunnen blijven wonen of omdat de broers en zussen in een ander(e) pleeggezin, gezinshuis of jeugdhulpinstelling worden geplaatst. Hoewel exacte cijfers ontbreken, volgt uit een onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut van september 2015, in opdracht van SOS Kinderdorpen, dat naar schatting 50% van de broers en zussen die gezamenlijk uit huis worden geplaatst, niet in hetzelfde pleeggezin of gezinshuis worden geplaatst, dit terwijl zij daar op grond van internationale wet- en regelgeving wel recht op hebben Het is zorgelijk dat deze kinderen nu niet alleen van hun ouders worden gescheiden, maar ook van elkaar. Met het oog op het AO op 24 januari 2019 deelde Defence for Children deze zorgen met de commissie in een brief.
Defence for Children is verheugd dat de SP naar aanleiding van deze brief gevraagd heeft aan de minister of hij bereid is om wettelijke verankering van het beginsel dat broertjes en zusjes ‘samen, tenzij’ worden geplaatst, te onderzoeken. Minister Dekker antwoordde hierop dat gezamenlijke plaatsing al het uitgangspunt is, maar dat er een tekort aan pleegouders is en het moeilijk is om ruimte te vinden voor meerdere kinderen in één gezin. Helaas ging de minister in zijn beantwoording dus niet specifiek in op het aspect van wettelijke verankering, maar verwees hij enkel naar het actieprogramma Zorg voor de Jeugd en de campagne om meer pleegouders te werven. Defence for Children is van mening dat dit in de praktijk onvoldoende vruchten afwerpt en onvoldoende tegemoetkomt aan het specifieke vraagstuk van broers en zussen. De kinderrechtenorganisatie roept de minister dan ook op om mogelijkheden om de rechtspositie van broers en zussen bij uithuisplaatsing daadwerkelijk te versterken, zoals wettelijke verankering van het ‘samen, tenzij’-beginsel, nader te onderzoeken.
Meer informatie
Lees de brief van Defence for Children
Lees wat Defence for Children doet voor broers en zussen