Scroll down
Armoede in Nederland is natuurlijk anders dan armoede in een ontwikkelingsland. Voor kinderen in ons land betekent het dat zij een gebrek hebben aan middelen om mee te kunnen doen met leeftijdsgenoten. Daardoor is er een risico op sociale uitsluiting.
Armoede hangt vaak samen met het hebben van schulden. Soms gaat het ook om dakloosheid, gebrek aan voldoende voedsel of schoon drinkwater, of een situatie waarin kinderen en ouders van elkaar worden gescheiden als gevolg van armoede.
Volgens de laatste cijfers van het CBS maken 264.000 kinderen deel uit van een gezin met een inkomen onder de lage inkomensgrens. Van hen groeien bijna 108.000 kinderen op in een gezin met een langdurig laag inkomen (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2018), dat wil zeggen: langer dan vier jaar.
De Nederlandse overheid neemt het bestrijden van armoede onder kinderen serieus. Het kabinet stelt jaarlijks €100 miljoen beschikbaar voor het armoede- en schuldenbeleid. Daarnaast wordt er jaarlijks € 100 miljoen extra uitgetrokken specifiek voor kinderen in armoede. Hiervan gaat € 85 miljoen naar gemeenten, aangezien zij verantwoordelijk zijn voor het armoedebeleid. De overige € 15 miljoen gaat naar landelijke, maatschappelijke, initiatieven. In totaal gaat € 1 miljoen naar Caribisch Nederland. Het overheidsgeld moet in natura bij de kinderen terecht komen. Dat betekent dat het bijvoorbeeld kan worden gebruikt voor schoolspullen, sportles, muziekles, bijles of schoolreisjes. Het geld is bedoeld voor kinderen die voor korte of langere tijd met armoede te maken hebben.
Daarnaast compenseert de Rijksoverheid zorgkosten van mensen met een laag inkomen en neemt maatregelen om de koopkracht van mensen met een laag inkomen op peil te houden. Ook stelt de Rijksoverheid de bedragen vast voor de Kinderbijslag en het kindgebonden budget.
Gezinnen kunnen hulp vragen bij hun gemeente. Elke gemeente in Nederland heeft de plicht mensen te helpen die niet goed kunnen rondkomen. Gemeenten kunnen extra ondersteuning geven aan gezinnen met kinderen, bijvoorbeeld met een Kindpakket of voorzieningen voor sport en cultuur. Een Kindpakket is een pakket met aanvullingen voor kinderen, die ervoor zorgen dat zij mee kunnen doen met andere kinderen. Bijvoorbeeld vouchers voor kleding en zwemlessen.
Daarnaast kan er een aanvraag ingediend worden voor ondersteuning bij Sam&. Dit is een samenwerkingsverband van Leergeld Nederland, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job. Samen bieden zij één portaal waar ouders en intermediairs een aanvraag kunnen doen voor de voorzieningen die de organisaties bieden. Zie voor meer informatie: www.samenvoorallekinderen.nl
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het armoede- en schuldenbeleid. Gemeenten spannen zich in om problemen rond armoede en schulden bij mensen zoveel mogelijk te voorkomen of weg te nemen. Bijvoorbeeld door extra geld beschikbaar te stellen via de bijzondere bijstand. Of door een regeling te treffen met schuldeisers, woningbouwverenigingen en aanbieders van nutsvoorzieningen.
Als mensen er financieel zelf niet meer uitkomen, kunnen zij terecht bij de gemeente. Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk om schuldhulpverlening aan hun inwoners aan te bieden. Voor schuldhulpverlening kunnen mensen zich aanmelden bij de gemeente. Als zij voldoen aan de voorwaarden voor schuldhulpverlening, krijgen zij een schuldhulpverlener toegewezen. Soms is er bij een gemeente een speciaal loket voor schuldhulpverlening.
Er zijn diverse manieren waarop u een kind in armoede kunt helpen. Het kan al beginnen met kleine dingen: bijvoorbeeld met het doneren van kleding of spullen aan een kringloopwinkel of inzamelpunt. U kunt zich ook inschrijven als vrijwilliger bij de Voedselbank, een inloophuis, maatschappelijke opvanglocatie of een kringloopwinkel. Er worden in diverse grotere steden avonden georganiseerd waarbij omwonenden koken voor gezinnen die in armoede leven. Ook scholen, buurtgemeenschappen en kerken organiseren vaak initiatieven waarmee het mogelijk wordt gemaakt gezinnen en kinderen in armoede te ondersteunen. Mocht u op zoek zijn naar een meer structurele manier om kinderen in armoede te helpen, overweegt u dan een donatie aan Defence for Children.
Er zijn diverse oorzaken voor armoede onder kinderen in Nederland.
Nee. Kinderen en jongeren krijgen te weinig voorlichting over waar zij hulp kunnen zoeken als zij met armoede te maken krijgen. Ze zijn er bijvoorbeeld niet van op de hoogte dat gemeenten een Kindpakket hebben, of een loket waar kinderen met vragen terecht kunnen.
Zowel gemeenten als de Rijksoverheid kunnen er meer aan doen om ervoor te zorgen dat het voor kinderen en jongeren in armoede duidelijk is waar zij naar toe kunnen voor hulp. Dit kan bijvoorbeeld met een 24/7 hulplijn, een website met informatie of een wekelijks spreekuur voor kinderen en jongeren in armoede. Kinderen en jongeren zijn niet alleen in staat, maar hebben ook het recht om hierover mee te denken. Zij kunnen goed aangeven waar zij behoefte aan hebben, zodat het aanbod en de toegang tot hulp kunnen worden afgestemd op kinderen en jongeren.
Armoede heeft met name gevolgen als kinderen langdurig en op jonge leeftijd met armoede geconfronteerd worden. Kinderen die in armoede opgroeien, lopen vaak een (leer)achterstand op, zijn minder vaak lid van een sportvereniging en verlaten vaker voortijdig school. Zij hebben meer risico op een slechte gezondheid, op lager dan gemiddelde schoolresultaten en later op slecht betaalde banen.
Ook zijn armoede, werkloosheid en stress risicofactoren voor kindermishandeling. Kinderen uit gezinnen met een (langdurig) laag inkomen lopen een groter risico om later zelf weer in een soortgelijke situatie terecht te komen. Deze vicieuze cirkel moet doorbroken worden.
De risico’s die gepaard gaan met armoede worden nog te vaak onderschat door beleidsmakers en politici.
Defence for Children maakt zich zorgen om de grote groep kinderen die in Nederland in armoede opgroeit en het gebrek aan geschikte opvangplaatsen bij een dreigende dakloosheid. Op dit gebied werkt Defence for Children structureel samen met Save the Children:
De regering is verantwoordelijk voor het nationale stelsel van sociale zekerheid en behoort daarmee een coördinerende rol op zich te nemen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het armoedebeleid. In veel gemeenten is het armoedebeleid nog onvoldoende kindvriendelijk. Veel gemeenten hebben de nieuwe taken die zij hebben gekregen, nog onvoldoende ingericht op de behoeften van kinderen en jongeren. Ook gaan lang niet alle gemeenten in gesprek met kinderen en jongeren om samen met hen het armoedebeleid vorm te geven.
Gemeenten hebben het beste inzicht in de leefsituatie van kinderen en jongeren. Er ligt dus een belangrijke verantwoordelijkheid van gemeenten voor wat betreft preventie, het bestrijden van armoede onder kinderen én het toewerken naar een stabiele financiële situatie.
Gemeenten kunnen een toegankelijk loket inrichten waar kinderen en jongeren die opgroeien in armoede terecht kunnen voor informatie en vragen. In het project Speaking Minds adviseren jongeren gemeenten over het armoede- en schuldenbeleid. Participatie van kinderen en jongeren is een belangrijk middel voor gemeenten om betrokkenheid van én verbinding met kinderen en jongeren te stimuleren.
Ja, uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2017), blijkt dat een op de vier eenoudergezinnen van een laag inkomen moet leven.
Er zijn diverse regelingen beschikbaar voor kinderen in armoede. De meeste gezinnen met een laag inkomen ontvangen kinderbijslag. De Algemene Kinderbijslagwet regelt een financiële tegemoetkoming voor mensen die kinderen verzorgen en opvoeden.
Gezinnen met kinderen kunnen daarnaast ook in aanmerking komen voor een kindgebonden budget, een bedrag per kind. Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke toeslag, een tegemoetkoming in de kosten die ouders maken voor minderjarige kinderen. Het gaat om kinderen voor wie de ouders kinderbijslag ontvangen of kinderen die door de ouders in belangrijke mate worden onderhouden. De Belastingdienst bepaalt op grond van de bij de dienst bekende gegevens of iemand in aanmerking komt voor een kindgebonden budget.
Voor alleenstaande ouders is er een aanvulling op het kindgebonden budget beschikbaar in de vorm van de alleenstaande-ouderkop (ALO-kop). Ook de ALO-kop wordt bepaald en uitgekeerd door de Belastingdienst. De extra toeslag is afhankelijk van de hoogte van het inkomen. Alleenstaande ouders die een toeslagpartner hebben in detentie, buitenland of in een inrichting komen niet in aanmerking voor de ALO-kop.
Daarnaast zijn er veel lokale regelingen waar kinderen in armoede gebruik van kunnen maken. Zo hebben veel gemeenten een Kindpakket, een samenhangend pakket van lokale initiatieven en regelingen gericht op kinderen die geconfronteerd worden met armoede. Het Kindpakket kenmerkt zich vooral doordat producten en diensten in nature worden verstrekt. Het Kindpakket is er vooral op gericht kinderen mee te kunnen laten doen met hun leeftijdsgenoten, en is eenvoudig toegankelijk voor zowel ouders als kinderen. De inhoud van en toegang tot het Kindpakket verschilt per gemeente.
Tot slot kan er een aanvraag ingediend worden voor ondersteuning bij Sam&. Dit is een samenwerkingsverband van Leergeld Nederland, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job. Samen bieden zij één portaal waar ouders en intermediairs een aanvraag kunnen doen voor de voorzieningen die de organisaties bieden. Zie voor meer informatie: www.samenvoorallekinderen.nl
Ja, het VN-Kinderrechtenverdrag is er voor iedereen, en de rechten uit het verdrag zijn voor ieder kind gelijk. Een aantal artikelen zijn des te meer van toepassing op kinderen die opgroeien in armoede, zoals artikel 26 (recht op sociale zekerheid) en artikel 27 (toereikende levensstandaard) van het VN-Kinderrechtenverdrag. De overige artikelen die relevant zijn in de kwetsbare situatie van kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen zijn artikel 3 (belang van het kind), artikel 12 (de mening van het kind) en artikel 9 (scheiding van het kind van de ouders). Zie www.kinderrechten.nl voor meer informatie over de artikelen uit het VN-Kinderrechtenverdrag.
Meer salaris kan de situatie van armoede keren. Maar sommige ouders hebben niet de mogelijkheid om meer te werken, bijvoorbeeld door lichamelijke of psychische problemen.
Ook als ouders wél kunnen werken, is dit maar een deel van de oplossing voor kinderen die in armoede opgroeien. Er is naast financiële ondersteuning ook andere ondersteuning nodig om kinderen gezond en gelukkig te kunnen laten opgroeien, bijvoorbeeld korting op zwemles, sport en culturele activiteiten. Bovendien lopen gezinnen het risico op terugbetalen van regelingen als hun inkomen stijgt. Als zij dit niet kunnen terugbetalen ontstaan er schulden. Meer geld in een gezin neemt daarnaast niet direct de stress weg die komt kijken bij het moeten rondkomen met weinig geld.
Voor gezinnen in een armoedesituatie is het lastig is om eruit te komen. Dit komt doordat overheidsregels soms nog ontoegankelijk zijn en het armoedebeleid van gemeentes niet eenduidig is. Kinderen in Nederland mogen niet zelfstandig een beroep doen op sociale zekerheid. Zij zijn voor het ontvangen van sociale zekerheid en sociale voorzieningen geheel afhankelijk van de positie en dus het handelen van hun ouders. Nederland volgt daarmee niet artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag.