Rapport ‘Bescherming minderjarige slachtoffers seksuele uitbuiting in strafrechtelijke procedures.'
Het merendeel van de beschermingsrechten van minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting in EU-richtlijn 2012/29 is geïmplementeerd in Nederlandse wet- en regelgeving, blijkt uit onderzoek van Defence for Children- ECPAT naar de implementatie van de EU-richtlijn in het kader van het project 'Bescherming slachtoffers kinderhandel in strafrechtelijke procedures'. Zowel Nederlandse als buitenlandse minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting kunnen in theorie de aan hen toegekende beschermingsrechten, grotendeels uitoefenen. Wat betreft wet- en regelgeving zijn er verbeteringen mogelijk. De implementatie van de beschermingsrechten in Nederland loopt in beleid en praktijk achter aldus Defence for Children- ECPAT.
Uit het onderzoek volgt dat verbeteringen in de praktijk nodig zijn, om te zorgen dat zowel Nederlandse als buitenlandse minderjarige slachtoffers aanspraak kunnen maken op de beschermingsrechten die zij op grond van EU-richtlijn 2012/29 hebben. Verbeteringen zijn nodig wat betreft de erkenning van de kwetsbare positie van minderjarige slachtoffers van mensenhandel bij de individuele beoordeling, het uitvoeren van de individuele beoordeling bij alle politie-eenheden, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens, het verhoren van minderjarigen, en vertegenwoordiging en bijstand. Aanbevelingen zijn gericht aan zowel politie, Openbaar Ministerie, rechtspraak, advocatuur als de wetgever.
Dit onderzoek is behalve in Nederland ook verricht in Frankrijk, België en Italië. Aan de hand van de vier landenrapporten wordt een gezamenlijk rapport opgesteld. Deze wordt eind 2021 verwacht.