Rapport: (W)elk kind heeft recht op onderwijs?
26 Mei 2016
De vraag die in dit rapport centraal staat is: Wat betekent recht op onderwijs voor kinderen in Nederland, en specifiek voor kinderen die thuisonderwijs krijgen, thuiszitters en Roma kinderen? In het rapport ligt de focus op de ruim 15.000 kinderen die niet naar regulier of speciaal onderwijs gaan.
De drie groepen waar naar is gekeken:
- Thuisonderwijs. Onderwijs dat thuis door ouders of externe docenten wordt gegeven, heeft voor kinderen voor- en nadelen. In sommige gevallen kunnen kinderen niet naar school en dan kan thuisonderwijs een goede oplossing zijn. De kinderen komen echter vaak achter te lopen op het gebied van sociale vaardigheden en relaties, zeker in relatie tot leeftijdsgenoten.
- Thuiszitters. Thuiszitters zijn kinderen die uitvallen uit het schoolsysteem, door een keuze van de ouders of van de school. Van deze kinderen krijgt een deel thuisonderwijs en een deel krijgt geen onderwijs. Deze situatie ontstaat meestal door een conflict tussen school en ouders.
- Roma kinderen. Een relatief groot deel van de Roma kinderen gaat niet naar school of volgt alleen primair onderwijs. Oorzaken zijn een combinatie van discriminatie door scholen, overheid en de maatschappij in het algemeen, desinteresse of andere toekomstverwachtingen van ouders.
Het rapport '(W)elk kind heeft recht op onderwijs?' is een initiatief van Marieke Hopman en is mede mogelijk gemaakt de financiƫle bijdrage donateurs.