Gehandicapte kinderen in azc’s: 'Extra beschermd of extra beschadigd?'
Op de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children komen steeds vaker vragen binnen over de leefomstandigheden en rechten van kinderen met een handicap die in asielzoekerscentra verblijven. Naar aanleiding daarvan hebben juristen van Defence for Children een onderzoek ingesteld om te bepalen of de rechten van gehandicapte kinderen zoals beschreven in het VN-Kinderrechtenverdrag en het VN-Gehandicaptenverdrag op dit moment worden nageleefd in azc’s.
Uit het onderzoek blijkt dat het toekennen van een verblijfsvergunning aan een kind op basis van een handicap nauwelijks voorkomt. Ook is er geen toetsingskader om te kunnen bepalen of er een medische noodsituatie voor een kind optreedt wanneer het terug moet keren naar het land van herkomst. Daarnaast is vastgesteld dat de leefomstandigheden van gehandicapte kinderen in azc’s slecht zijn en schade toebrengen aan de gezondheid. Voor een aantal kinderen blijken de gezondheidsgevolgen van het verblijf in een azc zelfs zeer ernstig te zijn.
Op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag hebben kinderen recht op de grootst mogelijke mate van gezondheid. Veel gehandicapte kinderen in asielzoekerscentra wordt de toegang tot gezondheidszorg echter geweigerd, omdat zij geen verblijfsvergunning hebben. Een bijkomend probleem is dat de weg naar een verblijfsstatus erg lang is, waardoor de toegang tot zorg voor een aantal terminaal zieke kinderen te laat kwam. Een belangrijke conclusie van deze publicatie luidt dan ook dat het recht op zorg nooit afhankelijk mag zijn van het hebben van een verblijfsvergunning, een regel die in de praktijk echter geschonden wordt.