De bestaanszekerheid van kinderen in de knel
De bestaanszekerheid van kinderen in Nederland staat onder druk. De Belastingdienst trok in 2022 4.780 toeslagen in bij 4.000 gezinnen vanwege verblijfscode 98, zo blijkt uit een verzoek naar cijfers van Defence for Children. De code wordt gegeven door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) wanneer mensen volgens hen geen rechtmatig verblijf meer in Nederland hebben. Deze code heeft tot gevolg dat familieleden van deze personen, waaronder Nederlandse kinderen en kinderen met een verblijfsstatus in Nederland, ook geen recht (meer) hebben op bepaalde toeslagen.
Recht op sociale zekerheid
Dat kinderen geen zelfstandige aanspraak kunnen maken op sociale voorzieningen heeft een enorme impact op de ontwikkeling van kinderen. Hierdoor komt ook hun bestaanszekerheid in de knel. Defence for Children maakte daarom de factsheet ‘Bestaanszekerheid van kinderen in de knel’ en doet aanbevelingen om de situatie van deze gezinnen met een migratieachtergrond te verbeteren.
Kinderen hebben recht op sociale zekerheid en een adequate levensstandaard die voldoende is voor hun ontwikkeling, zo stelt het VN-Kinderrechtenverdrag. Het verdrag koppelt het begrip bestaanszekerheid direct aan deze twee rechten. Risico’s die kinderen lopen als gevolg van gebrek aan bestaanszekerheid zijn bijvoorbeeld armoede, scheiding van ouders door uithuisplaatsingen, ontwikkelingsrisico’s, verwaarlozing, gezondheidsproblemen en geen toegang tot onderwijs. Wanneer het ouders niet lukt hun kinderen een toereikende levensstandaard te bieden, moet de overheid ouders hierin ondersteunen.
In Nederland wordt onder bestaanszekerheid het volgende verstaan (VNG & Divosa): de zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen, de zekerheid van werk en van mee kunnen doen in de samenleving. Maar ook de zekerheid van een dak boven je hoofd in een geschikte en betaalbare woning.
Opgroeien in armoede
Beleidskeuzes van de Nederlandse overheid kunnen ervoor zorgen dat kinderen opgroeien in armoede, met alle kwalijke gevolgen van dien. In Nederland hebben kinderen bijvoorbeeld geen zelfstandig recht op sociale voorzieningen, omdat Nederland een voorbehoud heeft gemaakt bij artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag. Het VN-Kinderrechtencomité uit hier al jaren grote zorgen over. Zo zijn er gezinnen waarbij de kinderen de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning hebben, maar hun vader of moeder niet. Daardoor krijgt het hele gezin geen (volledige) uitkering en toeslagen die bijvoorbeeld helpen bij het betalen van de huur of de zorgverzekering. Bij deze gezinnen ligt dakloosheid op de loer.
Daarnaast zijn er kinderen die als gevolg van de dakloosheid van hun ouders geen recht hebben op een uitkering en toeslagen. Dit is het geval wanneer deze dakloze gezinnen niet staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). Kinderen uit dakloze gezinnen dreigen van ouders gescheiden te worden wanneer sprake is van feitelijke dakloosheid.
Factsheet
Defence for Children maakt zich zorgen om de bestaanszekerheid van deze kinderen. In de factsheet "De bestaanszekerheid
van kinderen in de knel - Als de verblijfsituatie van ouders de bestaanszekerheid van kinderen bepaalt" staan concrete aanbevelingen voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst, gemeenten, de Sociale Verzekeringsbank, de Belastingdienst en de Rijksoverheid. Wij roepen deze partijen op om oog te hebben voor de individuele situatie van het kind, los van de verblijfssituatie van de ouder(s); het belang van het kind mee te wegen in beslissingen en de ontwikkeling van deze kinderen te waarborgen.