Afsluitingsregeling biedt halve oplossing: uitzetting dreigt voor vele kinderen
Vandaag heeft staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid bekendgemaakt dat ruim de helft van de kinderen die een aanvraag deden voor de Afsluitingsregeling van het Kinderpardon een verblijfsvergunning heeft gekregen. Martin Vegter: “Dat is natuurlijk geweldig nieuws voor hen. Zij leven niet langer in verblijfsonzekerheid en kunnen hun toekomst in Nederland verder opbouwen. Het afgelopen jaar hebben wij veel van hen gesproken en gemerkt hoeveel dit goede nieuws voor elk van hen betekent. Zij kunnen eindelijk hun dromen in Nederland gaan waarmaken. Dat is tegelijkertijd de reden dat wij teleurgesteld zijn over het feit dat ruim 500 kinderen geen vergunning hebben gekregen. Voor hen geldt ook dat zij al vele jaren in Nederland een leven hebben opgebouwd. Zij worden in hun ontwikkeling geschaad wanneer ze na zo’n lange tijd nog worden uitgezet. Wij zullen zoveel mogelijk van deze kinderen ondersteunen in hun bezwaarprocedure en ervoor pleiten dat de staatssecretaris de belangen van die kinderen centraal stelt wanneer zij nogmaals naar een zaak kijkt.”
Afwijzingsgronden Kinderpardon
Uit de brief van de staatssecretaris blijkt dat aan 531 kinderen geen verblijfsvergunning is verleend. Zij werden om verschillende redenen afgewezen, bijvoorbeeld omdat hun ouders in het verleden geen asielaanvraag hebben gedaan, maar een andere procedure hebben gevoerd. Andere kinderen krijgen geen verblijfsvergunning omdat hun ouders gedurende een periode niet onder het toezicht van het rijk stonden, maar bijvoorbeeld in een gemeente in beeld waren omdat ze daar opvang kregen. Vegter: “De redenen waarom kinderen worden afgewezen, gaan allemaal over dingen die hun ouders in het verleden hebben gedaan of juist hebben nagelaten. De kinderen waar het hier om gaat hebben part noch deel gehad in die beslissingen, maar zijn hier nu wel de dupe van. Zij mogen van de staatssecretaris niet in Nederland blijven en dreigen in het geval van uitzetting na zeer lang verblijf in Nederland ernstig in hun ontwikkeling te worden geschaad, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de Schadenota van prof. Scherder, dr. Van Os en dr. Zijlstra die er mede toe heeft geleid dat er een Afsluitingsregeling is gekomen. Die ontwikkelingsschade is voor een kind dat geen asiel aanvroeg natuurlijk niet anders, net zo min als voor een kind dat een tijdje uit beeld was bij het rijk.”
Onduidelijkheid over de cijfers
In januari 2019 werd er, ten tijde van het door de coalitiepartijen gesloten akkoord, gesproken van 700 kinderen uit bestaande zaken die zouden worden herbeoordeeld en van wie ongeveer 90 procent in aanmerking zou komen. Het aantal van 630 kinderen was in veel media terug te lezen. Desgevraagd gaf de staatssecretaris tijdens het debat over de Afsluitingsregeling op 31 januari 2019 zelf ook aan deze cijfers te herkennen als een “ruwe, eerste en globale inschatting van de diensten om hoeveel mensen het zou kunnen gaan.” Martin Vegter: “Met die aantallen en verwachte inwilligingspercentages ontstond het beeld dat een ruimhartige regeling was overeengekomen. Uit de cijfers die de staatssecretaris nu bekend heeft gemaakt, komt een minder rooskleurig beeld naar voren. Het roept de vraag op waar de (ruwe) inschatting op gebaseerd was en hoe het kan dat zowel het aantal als het percentage inwilligingen in werkelijkheid aanmerkelijk lager is.”
De staatssecretaris schrijft in haar brief dat van de 1.100 kinderen die een aanvraag deden op grond van de Afsluitingsregeling 569 een verblijfsvergunning hebben gekregen. Wat niet uit de cijfers blijkt is hoeveel van deze kinderen langer dan vijf jaar in Nederland hebben verbleven en daarmee behoren tot de doelgroep van de Regeling. De cijfers zijn op dit punt niet helemaal duidelijk, geeft Vegter aan: “Bij de vorige regeling werden jongere broertjes en zusjes geteld als gezinslid van de kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland verblijven, de groep waarvoor deze regeling bedoeld is. In de brief van de staatssecretaris wordt nu slechts onderscheid gemaakt tussen kinderen en volwassenen. De vraag is of jongere kinderen (0-4 jaar) in het aantal van 569 zijn meegeteld.”
Stel belang kind centraal
Er zijn nog kinderen en gezinnen in bezwaar. Defence for Children roept de staatssecretaris op om in die procedures de belangen van de kinderen centraal te stellen. “De Afsluitingsregeling kwam er met het doel een probleem op te lossen van vele in Nederland gewortelde kinderen,” zegt Vegter. “Dat is voor een deel gelukt en dat is geweldig nieuws voor die kinderen. Het zou in lijn zijn met de aard en het doel van de Regeling om de belangen van kinderen centraal te stellen en aan meer kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland hebben verbleven een verblijfsvergunning toe te kennen.“