Baanbrekende uitspraak: nu ook gratis rechtsbijstand voor niet-gearresteerde minderjarige verdachten
Niet-aangehouden minderjarige verdachten hebben voor en tijdens hun verhoor recht op gratis rechtsbijstand, zo oordeelde de rechtbank Amsterdam begin deze maand. Het gaat om een baanbrekende uitspraak.
Voortaan krijgen niet alleen aangehouden minderjarige verdachten op het politiebureau kosteloos een advocaat toegewezen, maar kunnen ook minderjarige verdachten die zichzelf op het bureau voor het politieverhoor melden aanspraak hierop maken. Op 9 november 2021 stelde de rechtbank Amsterdam advocaat Simon van der Woude in het gelijk. Volgens de rechtbank werd er tot nu toe ten onrechte een onderscheid gemaakt tussen ‘aangehouden’ en ‘niet-aangehouden’ minderjarige verdachten. Dit is in strijd met artikel 6 van de bindende EU Richtlijn (EU) 2016/800 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure. Met de uitspraak krijgt de advocaat in deze zaak zijn verleende rechtsbijstand volledig vergoed, omdat de bepaling rechtstreeks werkt.
Doorbraak
Volgens Defence for Children is de uitspraak een doorbraak voor de rechtspositie van minderjarigen in het jeugdstrafrecht. “Het recht op juridische of andere bijstand, zoals ook vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en Europese richtlijnen wordt hiermee verder in het Nederlands recht geimplementeerd.[1] Dat alle minderjarige verdachten zich nu voortaan kunnen laten bijstaan door een advocaat voorafgaand én tijdens het politieverhoor is een grote stap vooruit. Deze uitspraak dient op korte termijn en zo snel mogelijk te worden omgezet in duidelijk uitvoerbare beleidsregels.”
Meer informatie:
- Uitspraak van de Rechtbank Amsterdam d.d. 9–11- 2021: ECLI:NL:RBAMS:2021:6411
- Toekomstvisie aanhouding en inverzekeringstelling minderjarige verdachten
[1] De uitspraak zorgt voor een verdergaande implementatie van de EU-richtlijn 2016/800 en daarmee een betere invulling van het recht op juridische of andere passende bijstand uit artikel 40 lid 2 VN art 40 lid 2 sub b (ii) VN-Kinderrechtenverdrag en het bijbehorende General Comment no 24. Het recht op rechtsbijstand vloeit tevens voort uit art. 6 lid 3 sub c Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en in EU-richtlijnen EU/2013/48 en EU/2016/800. De richtlijnen verwijzen naar de Guidelines on Child Friendly Justice van de Raad van Europa waarin de noodzaak tot aanpassingen van het justitiële system aan speciale rechten en behoeften van minderjarigen erkend wordt.