Docent op non-actief na racistische opmerking
Een docent op een Amsterdamse middelbare school is op non-actief gesteld om beledigende en racistische opmerkingen die hij maakte over leerlingen. De docent had online lesgegeven en maakte de opmerkingen tegen zijn vrouw. De docent had niet in de gaten dat de microfoon nog aan stond. De school heeft een onderzoek ingesteld. Discriminatie en racisme zijn verboden, ook specifiek tegen kinderen. Defence for Children vindt dat het voor kinderen en hun ouders makkelijker moet worden om discriminatie en racisme te melden. Het is een goede zaak dat de school consequenties verbindt aan de racistische uitingen, het is belangrijk dat er goed wordt gekeken naar wat de leerlingen nodig hebben om zich veilig en welkom te voelen op school.
Racisme tegen kinderen in het onderwijs
Racisme en discriminatie tegen kinderen vindt overal plaats, ook in het onderwijs. Defence for Children schreef in 2020 samen met de Rutu Foundation en het Kinderrechtencollectief een eerste discussiepaper over racisme tegen kinderen, op basis van beschikbare bronnen en enkele interviews met kinderen van kleur en/of met een migratieachtergrond. Daaruit bleek dat racisme tegen kinderen in het onderwijs op diverse wijzen plaatsvindt: door kinderen onderling (racistisch pesten), maar ook door docenten richting kinderen, zoals in deze casus. Ook zijn er racistische en discriminerende stereotypen te vinden in het lesmateriaal, bijv. in schoolboeken, en ook in de toetsen. Dit wordt ook met enige regelmaat online gedeeld in de afgelopen jaren en onlangs betrof dit ook een school in Leiden. Vooroordelen leiden ook tot onderadvisering en het bestraffen van het spreken van een andere taal dan het Nederlands op school, een vorm van taaldiscriminatie.
Verplichtingen onder het VN-Kinderrechtenverdrag
Volgens artikel 2 van het VN-Kinderrechtenverdrag mag een kind niet gediscrimineerd worden. Daarnaast heeft het onderwijs tot doel om kinderen eerbied voor mensenrechten, culturen, talen, waarden en beschavingen bij te brengen (artikel 29). Het onderwijs moet bijdragen aan de voorbereiding in een vrije samenleving in de geest van begrip, vrede, verdraagzaamheid, gelijkheid van geslachten, en vriendschap tussen alle volken, etnische, nationale en godsdienstige groepen […]’, aldus het VN-Kinderrechtenverdrag. In 2020 nam Tweede Kamerlid voor de PvdA, Kirsten van den Hul, daartoe het initiatief door een motie in te dienen voor meer aandacht voor racisme en discriminatie in het onderwijs.
Uitzondering
Carrie van der Kroon, Defence for Children: “Met regelmaat zien en ontvangen we signalen dat kinderen (en soms ook docenten) racisme meemaken in het onderwijs. Het gebeurt echter niet vaak dat dit wordt gemeld bij instanties. En al helemaal niet dat we in de openbaarheid horen dat er consequenties zijn verbonden aan racistische uitingen in het onderwijs, in dit geval het op non-actief stellen van een docent. Dit is wat ons betreft een belangrijk signaal dat een grens wordt overschreden indien een docent zich racistisch uitlaat over of tegen leerlingen. Tegen kinderen en ouders wil ik zeggen: maak melding als je discriminatie en racisme meemaakt in het onderwijs, zodat stappen genomen kunnen worden om het op te lossen. Dit kun je doen door het aan te kaarten bij de school zelf, bij een antidiscriminatiemeldpunt, de Kindertelefoon of de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children.”
Zorg voor kinderen en andere maatregelen
Defence for Children vindt dat discriminatie en racisme tegen kinderen makkelijker gemeld moet kunnen worden en dat er kindvriendelijke procedures hiervoor worden ontwikkeld. Dat is nu niet het geval. Daarmee kan meer inzicht worden verkregen in het racisme en de discriminatie die kinderen in Nederland meemaken. De nieuw aan te stellen Nationaal Coördinator Racismebestrijding dient dit op te pakken. Onderwijsmateriaal dat discriminerend en racistisch materiaal bevat, dient te worden vervangen en in plaats daarvan zou meer aandacht uit moeten gaan naar inclusie, discriminatie, racisme en het koloniale verleden. Kinderen en onderwijspersoneel hebben meer kennis en kunde nodig om wereldburgers te kunnen zijn. Bij het tegengaan van discriminatie en racisme dient er ook ruimte te zijn voor de participatie van kinderen en jongeren zelf. Tot slot is het van belang dat leerlingen die behoren tot minderheidsgroepen en kinderen van kleur zorg en aandacht wordt geboden zodat zij zich (weer) veilig en welkom kunnen voelen op school na een dergelijke gebeurtenis.
Internationale dag tegen racisme
Het over het incident op de school in Amsterdam kwam naar buiten rondom 21 maart, de VN-Internationale Dag tegen Racisme. De VN heeft deze dag dit jaar in het teken gesteld van jongeren die opstaan tegen racisme. In 2020 hebben tieners en twintigers massaal hun steun laten zien bij de Black Lives Matter – betogingen. Ook in Nederland organiseerden kinderen hun eigen betoging in Diemen. De pandemie wakkerde ook racisme aan, ook tegen jongeren die tot minderheidsgroepen behoren.
De VN heeft deze dag uitgeroepen n.a.v. de moord door politieagenten op 69 vreedzame betogers tegen apartheidswetgeving in Sharpeville, Zuid-Afrika op 21 maart 1960. Het Internationaal Verdrag inzake de Eliminatie van Raciale Discriminatie werd door de VN aangenomen in 1965. Nederland heeft dit in 1966 geratificeerd en in 1971 trad dit Verdrag in Nederland in werking.
Meer informatie:
- Discussiepaper: Racisme en discriminatie tegen kinderen in Nederland
- VN over Internationale Dag tegen Racisme
- Blog: Helemaal jezelf mogen zijn op school: een kinderrecht
- Kamerleden Van den Hul, Westerveld en Van Raan willen meer aandacht voor racisme en discriminatie in het onderwijs
- Hoe racisme en discriminatie Nederlandse kinderen raakt
De mensen op de foto zijn niet de personen waar het om gaat in dit artikel, het zijn modellen.