Gezinslocaties voor uitgeprocedeerde gezinnen schadelijk en nutteloos
Op dit moment verblijven ongeveer 1900 mensen op zes gezinslocaties verspreid over het land. Slechts 7% van de personen (8% van de gezinnen) is, al dan niet gedwongen, teruggekeerd naar het land van herkomst sinds de start van de gezinslocaties in de juli 2011.
Precies een jaar geleden kwamen Defence for Children, UNICEF Nederland en VluchtelingenWerk Nederland met kritiek op de toen pas geopende gezinslocaties in Katwijk en Gilze-Rijen. De Werkgroep Kind in azc, waarin ook Kerk in Actie, Stichting de Vrolijkheid en Stichting Kinderpostzegels participeren, heeft nu in een brief aan staatssecretaris Teeven een update gegeven van de situatie op de gezinslocaties. Hierin beschreven welke kinderrechtelijke problemen de Werkgroep Kind in azc signaleert bij de opvang in de gezinslocaties.
Vele verhuizen schaadt kinderen
De verhuizing naar een gezinslocatie vanuit een azc valt kinderen heel erg zwaar. Kinderen verhuizen gemiddeld al één keer per jaar tijdens de verschillende stappen in de asielprocedure. Uit onderzoek blijkt dat de vele verhuizingen kinderen ernstig schaden in een cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Op de gezinslocatie heerst een strenger en soberder regime dan op asielzoekerscentra. Het gezin moet binnen de gemeentegrenzen blijven en de ouders moeten zich zes dagen in de week melden. Veel kinderen en ouders kampen met psychische problemen en kunnen zich onvoldoende ontspannen. Behandelingen worden niet of slecht overgedragen. Er is nauwelijks opvoedingsondersteuning.
Kinderen voelen zich enerzijds onveilig omdat zij niet altijd bij hun ouders achter dezelfde voordeur slapen en er is anderzijds gebrek aan privacy voor zowel jongeren als hun ouders.
Het leefgeld (€ 31 tot € 34 per week) is onvoldoende om aan de minimum bestaansvoorwaarden voor een gezin met kinderen te kunnen voldoen.
De werkgroep Kind in azc pleit ervoor om gezinnen die terug moeten keren naar hun land van herkomst intensief te begeleiden op het asielzoekerscentrum waar ze wonen zodat ze versterkt in plaats van verzwakt aan een toekomstperspectief kunnen werken.