Rechtspositie kind onvoldoende verankerd in wetsvoorstel leerplicht en thuisonderwijs
Minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media heeft het ‘Wetsvoorstel voorschriften vrijstelling leerplicht bij richtingsbezwaren’ neergelegd ter consultatie. Het wetsvoorstel beoogt te garanderen dat jongeren die zijn vrijgesteld van de leerplicht, onderwijs van voldoende kwaliteit ontvangen. Het voorstel is dat ouders uitsluitend een beroep op de vrijstelling kunnen doen, wanneer zij zorgdragen voor onderwijs. Defence for Children geeft via de internetconsultatie aan dat het voorstel vragen oproept en tot zorgen leidt . Aan de hand van het VN-Kinderrechtenverdrag wordt onder meer ingegaan op de stem van het kind, de veiligheid van het kind en het toezicht op, en de kwaliteit van, het thuisonderwijs. Defence for Children pleit voor een betere verankering van de rechtspositie van het kind. Er wordt nu onvoldoende rekening gehouden met de rechten en de belangen van het kind.
Een wettelijk kader thuisonderwijs
Het VN-Kinderrechtencomité (het Comité) wees in 2015 op het gebrek aan toezicht op de kwaliteit van het Nederlandse thuisonderwijs. Het Comité deed de aanbeveling om in het toezicht te investeren en om te waarborgen dat kinderen die thuis onderwezen worden niet benadeeld worden ten opzichte van kinderen op reguliere scholen. Defence for Children verwelkomt het feit dat er met het wetsvoorstel een wettelijk kader wordt gecreëerd waarmee de regering beoogt onderwijs te garanderen voor kinderen van wie de ouders een beroep doen op vrijstelling vanwege richtingsbezwaren. De verankering van de rechtspositie van kinderen in het wetsvoorstel kan echter beter. Daarnaast is onduidelijk hoe onderhavig wetsvoorstel en de toelichting hierop zich verhouden tot de nationale wetgeving (wet primair onderwijs en wet voortgezet onderwijs) waarin de meeste onderwijsdoelstellingen uit artikel 29 van het VN-Kinderrechtenverdrag zijn uitgewerkt.
Betere verankering kinderrechten noodzakelijk
Verschillende kinderrechten zijn onvoldoende ingebed in het wetsvoorstel. Zo is er meer mogelijk en nodig om het recht om gehoord te worden beter te borgen. Daarnaast is het niet duidelijk hoe het recht van het kind om zich in de ruimste mogelijke mate te ontwikkelen gewaarborgd wordt. Ditzelfde geldt voor het recht op kwalitatief goed onderwijs. Waar het gaat om de veiligheid van het kind, wijst Defence for Children daarnaast op de signaleringsfunctie van de school en pleit voor een veiligheidscheck voorafgaand aan het verlenen van de vrijstelling.