Scroll down

Alternate Text
News banner

Rechter stelt grove kinderrechtenschendingen vast bij de detentie van alleenstaande jongen

Op maandag 19 augustus heeft de rechtbank Den Haag een belangrijke uitspraak gedaan over een in bewaringstelling van een 15-jarige Vietnamese jongen. Begin augustus werd hij samen met 20 anderen, waaronder acht kinderen, in een laadbak van een vrachtwagen gevonden bij Hoek van Holland. Daarop is hij meer dan drie dagen in een politiecel geplaatst en vervolgens in bewaring gesteld, zonder dat hij op kindvriendelijke wijze is gehoord, hem een advocaat is toegewezen of de Raad voor de Kinderbescherming of voogdijinstelling Nidos zijn geïnformeerd. De rechter stelt vast dat de wetgever in gebreke is met het vastleggen van de rechten van kinderen en de verplichtingen van autoriteiten als het gaat om de vreemdelingrechtelijke bewaring van kinderen die zonder hun ouders of voogd bescherming zoeken.

Ontluisterend

Ten eerste constateert de rechtbank dat waarborgen in de nationale wetgeving geheel ontbreken als het gaat om vreemdelingrechtelijke bewaring van alleenstaande kinderen. Gezien het ingrijpende karakter van vrijheidsbeperking en vrijheidsontneming acht de rechtbank dit gebrek buitengewoon ernstig en onbegrijpelijk, omdat het in strijd is met de rechten van het kind. Ten tweede stelt de rechtbank dat ondanks het ontbreken van nationale wetgeving, de autoriteiten in de gehele vreemdelingenketen gehouden zijn de rechten van het kind te eerbiedigen. Dat een vaste handelswijze ontbreekt voor de omgang met alleenstaande kinderen welke in lijn is met de rechten van het kind, acht de rechtbank ontluisterend. De rechtbank concludeert dat de rechten van het kind in deze zaak op grove wijze zijn geschonden.  

Recht op een voogd

De rechtbank overweegt dat er op het moment van aanhouding al een vermoeden bestond dat de jongen minderjarig was. In zo’n geval moet de voogdijinstelling Nidos of de Raad voor de Kinderbescherming in kennis worden gesteld van het aantreffen van de jongen om zijn belangen te onderzoeken en de juiste kinderbescherming te realiseren. Echter, tot op de dag van de zitting, twee weken na de aanhouding, is er door geen van de relevante autoriteiten een melding gemaakt bij deze instanties. Deze constatering vindt de rechtbank onthutsend.

Gehoor en het recht op (juridische) bijstand

Ook de wijze waarop het gehoor heeft plaatsgevonden is in strijd met de rechten van het kind. Voorafgaand en tijdens het gehoor is er geen advocaat en geen voogd aanwezig geweest. De autoriteiten zijn er ten onrechte vanuit gegaan dat hij in zijn eentje de complexiteit en het doel van de inbewaringstelling kon begrijpen en bovendien zijn eigen belangen kon behartigen. Bovendien is er geen rekening gehouden met de leeftijd van de jongen en er is niet op een, bij zijn leeftijd passende manier, uitgelegd waarom de vrijheidsbeperkende maatregel werd opgelegd of hoe lang het zou gaan duren. Zo blijkt dat de jongen geen idee had wat ‘vreemdelingenbewaring’ überhaupt is.

Detentie

De jongen is eerst in een politiecel geplaatst zonder te zijn gehoord of te zijn geïnformeerd over de reden dat hij in detentie is geplaatst. Hij is op de vierde dag overgeplaatst naar de vreemdelingenbewaring. De rechtbank stelt vast dat de maximale duur van drie dagen voor opsluiting in een politiecel van een jongere tussen de 12 en 16 jaar is overschreden. Ook overweegt de rechter dat de gestelde termijn van vijf dagen in de Vreemdelingencirculaire 2000 ten aanzien van minderjarigen, in strijd is met de wet.

Conclusie

De kwetsbare, alleenstaande, minderjarige jongen is telkens op zichzelf aangewezen geweest in een voor hem onbekend land waar hij de taal niet spreekt. De rechtbank windt er geen doekjes om: het insluiten van deze 15-jarige alleenstaande jongen, zonder hem te horen, zonder rechtshulp en zonder jeugdbescherming te informeren, levert grove kinderrechtenschendingen op. De rechter heeft een hoge schadevergoeding toegekend en onmiddellijke opheffing van de bewaring bevolen. De rechter spreekt de wetgever erop aan dat deze gang van zaken geen bewuste keuze van de wetgever kan zijn. Ook de autoriteiten in de vreemdelingenketen worden aangesproken, omdat zij evengoed de rechten van het kind moeten naleven. De Vreemdelingenwet schiet tekort en daarmee zijn de rechten van het kind op grove wijze geschonden. Ondanks de ellendigheid van de zaak, is Defence for Children verheugd dat de Rechtbank Den Haag uit eigen beweging zo veel aandacht schenkt aan kinderrechten en daarbij voorschrijft hoe deze in het traject van vreemdelingenbewaring toegepast zouden moeten worden. De vreemdelingenwet dient aangepast te worden op grond van deze uitspraak.

Rapport

Uit de 'United Nations Global Study on Children Deprived of Liberty, welke op 8 oktober 2019 zal worden gepresenteerd, blijkt onder andere dat er elk jaar wereldwijd ten minste 333.000 kinderen in detentie worden gehouden voor migratie-gerelateerde doelen. Het rapport stelt dat detentie puur voor migratiedoeleinden verboden zou moeten worden.

Meer informatie:

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Oproep: snel meer opvang nodig voor jongeren op de vlucht

Jongeren die alleen als vluchteling naar Nederland komen willen iets maken van hun leven. Veruit de meesten kunnen in Ne…


Lees meer

Nederlandse leeftijdsschouw niet in lijn met belang van het kind

Verschillende rechtbanken hebben in uitspraken kritiek geuit op de manier waarop de leeftijd van onbegeleide kinderen en…


Lees meer

Zonder ouders op de vlucht door Europa: over de gevaren voor kinderen en zorgen van professionals

Sinds 2020 vraagt Defence for Children-ECPAT aandacht voor vermissingen en de daarmee gepaard gaande noodzaak tot een be…


Lees meer
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee