De achtergrond
In het jeugdstrafrecht hebben minderjarigen verdachten en veroordeelden van een strafbaar feit een aparte rechtspositie, staat een pedagogische aanpak staat voorop en kan opsluiten alleen als uiterste maatregel en zo kort mogelijk worden toegepast. Dit zijn belangrijke pijlers van art 37 en 40 van het VN-Kinderrechtenverdrag. Als Verdragspartij heeft Nederland daarmee de opdracht om in de wet, beleid en praktijk rekening te houden met de leeftijd, ontwikkeling en alle rechten van kinderen. Dat betekent dat er moet worden gezorgd voor kindgerichte wetten, procedures en instellingen. Belangrijk is verder dat iedereen die met minderjarige verdachten of veroordeelden werkt, kennis heeft over kinderrechten en apart is opgeleid om met kinderen te werken.
Het Kinderrechtencomité vult in de toelichting op het VN-Kinderrechtenverdrag aan dat het belangrijk is om zaken van minderjarigen zoveel mogelijk buiten de rechter om af te doen en om te investeren in alternatieven voor detentie en herstelrecht, zoals slachtoffer - dader gesprekken, en mediation.
In Nederland is al veel bereikt om ervoor te zorgen dat minderjarige verdachten en veroordeelden kindgericht worden behandeld. Toch ontbreken er nog aparte regels en specifiek beleid voor minderjarigen die zijn aangehouden door de politie en vervolgd worden voor een strafbaar feit. Defence for Children zet zich in om ervoor te zorgen dat Nederland aan artikel 37 en 40 van het VN Kinderrechtenverdrag voldoet en dat de rechtspositie van minderjarigen die met politie en justitie te maken krijgen verder verstevigd. De impact van de eerste dagen van het strafproces op minderjarige verdachten is namelijk groot. Een goede rechtspositie, voldoende informatie en een respectvolle bejegening door politie en justitie zijn cruciaal voor het contact op de lange termijn en voor de resocialisatie van minderjarigen.