Scroll down

Alternate Text
News banner

Versoepel regels VOG voor voormalige minderjarige zedendelinquenten

Eén op de vijf verdachten en zeventien procent van de veroordeelden voor een zedendelict tegen een minderjarige is zelf minderjarig. Dit blijkt uit de Dadermonitor Seksueel geweld tegen kinderen 2013 - 2017 die de Nationaal Rapporteur Mensenhandel vandaag publiceerde. De Nationaal Rapporteur concludeert dat kinderen die een zedendelict hebben gepleegd, hier de rest van hun leven last van hebben door een levenslange registratie in de justitiële documentatie (het ‘strafblad’). Dit kan hun verdere ontwikkeling in de weg staan en contraproductief werken. De Nationaal Rapporteur pleit opnieuw, net als in 2016, voor het versoepelen van de regels voor de afgifte van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aan mensen die in hun jeugd zijn veroordeeld voor een zedendelict.

In het grootste deel van de zedenzaken van minderjarigen tussen de twaalf en achttien jaar gaat het om experimenteergedrag dat tot een veroordeling kan leiden. Dit varieert tussen de ongewenste versierpoging, pestgedrag en strafbaar online gedrag, zoals het verspreiden van (naakt)foto’s of seksuele bedreigingen. Ieder jaar is er ook sprake van minderjarigen die zwaardere zedendelicten begaan zoals aanranding en verkrachting.

Contraproductief

Onafhankelijk van de leeftijd en de ernst van het feit is het gevolg dat de veroordeelde levenslang als zedendelinquent staat geregistreerd. Dit leidt tot problemen bij het krijgen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), wat in steeds meer sectoren een vereiste is om te kunnen stage lopen of werken. In zaken van jongeren kan het structureel weigeren van een VOG hun verdere ontwikkeling in de weg staan. Dit werkt contraproductief. Jongeren die hun opleiding niet halen omdat ze geen stage kunnen lopen of niet aan het werk komen hebben een grotere kans op bijvoorbeeld werkloosheid of om buiten de maatschappij te vallen. Dit vergroot de kans op recidive.

Jeugdsancties

Vooropgesteld staat dat kinderen beschermd moeten worden tegen seksueel misbruik. Kinderen die zelf verdacht worden van een zedendelict, kunnen door de kinderrechter veroordeeld worden tot een straf. In Nederland mag de rechter voor zedendelicten nooit alleen een taakstraf opleggen. De kinderrechter moet ook altijd een vrijheidsstraf opleggen. In jeugdzaken mag dit ook een voorwaardelijke vrijheidsstraf zijn. De kinderrechter legt dan ook vaak begeleiding of behandeling op. Gaat het om een zwaar misdrijf dan volgt een gedragsbeinvloedende maatregel, (voorwaardelijke) jeugddetentie of een (voorwaardelijke) PIJ-maatregel (jeugd-TBS). Een kind krijgt dan intensieve begeleiding via gedragsinterventies.

Het Openbaar Ministerie kan in zaken van een minderjarige ervoor kiezen om de minderjarige niet van een zedendelict te beschuldigen maar van een “commuun" delict zoals dwang (284 Sr), bedreiging (285 Sr), mishandeling (300 Sr) of afpersing (316/317 Sr). Bijvoorbeeld bij puber- of pestgedrag op school (billen/borsten knijpen, sexting). Op die manier wordt voorkomen dat een veroordeling per definitie tot een (voorwaardelijke) vrijheidsstraf leidt en als zedenzaak wordt geregistreerd op het strafblad van de minderjarige.

Levenslang geregistreerd

Veroordeling tot een vrijheidsstraf heeft tot gevolg dat justitiële gegevens langer bewaard blijven dan wanneer alleen een taakstraf wordt opgelegd. Het strafblad van een jeugdige veroordeelde van een ernstig misdrijf komt uiteindelijk te vervallen als hij of zij langere tijd niet meer in aanraking komt met politie en/of justitie (geen recidive). Dit geldt echter niet voor een zedendeliquent.

Uitgangspunt van het VN-Kinderrechtenverdrag is dat kinderen zich moeten kunnen ontwikkelen. Daar komt bij dat het recht op privacy van minderjarigen sterker is beschermd dan bij volwassenen. Wat ontbreekt in de huidige praktijk is dat bij de termijn voor het registreren van zedendelicten niet apart gekeken wordt naar de leeftijd en ontwikkeling van degene die het zedendelict begaat. Ook wanneer een minderjarige veroordeelde nooit meer in de fout gaat, blijft hij of zij levenslang geregistreerd staan als zedendelinquent.

Leren van fouten

Volgens het VN-Kinderrechtenverdrag geldt dat kinderen van hun fouten moeten kunnen leren en de mogelijkheid moeten hebben om de schade zoveel mogelijk te herstellen. Bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met het slachtoffer, als het slachtoffer hiervoor openstaat, in een mediation traject.

Zorgvuldige afweging voor weigeren VOG verklaring

Volgens Defence for Children zouden in jeugdzaken van minderjarige zedendelinquenten dezelfde terugkijktermijnen moeten gelden als voor andere jeugdstrafzaken. Ook uit het rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel wordt duidelijk dat er met het oog op resocialisatie in iedere zaak van een minderjarige zedendelinquent een zorgvuldige belangenafweging moet worden gemaakt. Bij de beslissing om een VOG af te wijzen voor een delict dat iemand als minderjarige heeft gepleegd, geldt dat deze ingrijpende beslissing nog beter moet worden onderbouwd en gemotiveerd.

Aanbevelingen

Met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel maakt Defence for Children zich zorgen over de werkwijze in jeugdzedenzaken met het oog op resocialisatie en de gevolgen van justitiële documentatie voor de toekomst van jongeren. Voor alle jeugdstrafzaken geldt dat maatwerk nodig is, waarbij rekening moet worden gehouden met de specifieke omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de leeftijd en ontwikkeling van de minderjarige. Defence for Children vindt dat er in zedenzaken van minderjarigen:

  • nader onderzoek moet worden gedaan naar hoe met deze groep kinderen wordt omgegaan binnen het jeugdstrafrecht;
  • extra aandacht nodig is voor voorlichting, een pedagogische individuele aanpak, behandeling en slachtoffer-dader gesprekken;
  • een verkorting van de terugkijktermijn omtrent de afgifte voor een VOG en een versoepeling van regels noodzakelijk is.

Meer informatie

Lees meer over recidive onder jonge zedendelinquenten
Lees een uitspraak waarin een schuldigverklaring niet tot het weigeren van een VOG leidde
Lees de Dadermonitor 2013 - 2017
Lees een rapport van Human Rights Watch over de gevolgen van een registratie op jonge leeftijd
Lees meer over de leidraad van het Openbaar Ministerie "Pubers in beeld"

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Noodklok: Justitiele jeugdinrichtingen nemen onverantwoorde risico’s

Vier inspecties publiceerden op 10 november 2022 een kritisch rapport. Conclusie: de justitiële jeugdinrichtingen kunnen…


Lees meer

Oproep Raad voor de Kinderbescherming: Afschaffen volwassenstrafrecht voor minderjarigen

De Raad voor de Kinderbescherming deed onlangs een oproep aan de politiek om het wetsartikel dat het mogelijk maakt om 1…


Lees meer

Tijdelijke regeling gratis rechtsbijstand voor niet-gearresteerde minderjarige verdachten

Met ingang van 7 april 2022 hebben niet-aangehouden minderjarige verdachten die op het politiebureau worden uitgenodigd …


Lees meer
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Door gebruik te maken van onze website gaat u akkoord met ons beleid. Privacy verklaring
Ja
Nee