Survey: slachtoffers seksueel misbruik doen hun verhaal
Als je er niet over gehoord hebt, betekent het niet dat het niet waar is". Dat is het antwoord van een slachtoffer van seksueel misbruik op de vraag: "Wat wil je dat de politie weet over seksueel misbruik?". De vraag was onderdeel van een internationale survey die het Canadian Centre for Child Protection heeft gehouden onder 150 (inmiddels volwassen) slachtoffers van seksueel misbruik.
De survey onderzoekt de impact van seksueel misbruik op slachtoffers die nu volwassen zijn, maar waarbij het misbruik heeft plaatsgevonden in de kindertijd. Dit is bijzonder, omdat nog altijd de soms zeer gedetailleerde, gruwelijke en moeilijk voor te stellen verhalen van slachtoffers als onbetrouwbare of verzonnen verklaringen worden gezien. Bijna de helft van de respondenten (48%) woonde in Nederland ten tijde van het misbruik. Daarom is de survey extra relevant voor professionals in Nederland die werken met en voor slachtoffers van seksueel misbruik.
ECPAT vindt het belangrijk dat de stem van slachtoffers van seksueel misbruik wordt gehoord. Dit doet recht aan de waardigheid van slachtoffers, en zorgt dat het misbruik beter kan worden voorkomen en opgespoord. Wanneer een volwassene verslag doet van (georganiseerd) seksueel misbruik, kan dit bijdragen aan het opsporen van andere, actuele slachtoffers en een breder netwerk van daders.
Ouder opvallend vaak misbruiker
Seksueel misbruik vindt vaak plaats binnen de familie, blijkt ook weer uit dit onderzoek. In de helft van de gevallen waarbij één dader het misbruik uitvoerde, was deze persoon een ouder of onderdeel van de bredere familie van het kind. In het geval van meerdere daders, was de primaire dader maar liefst in 82% van de gevallen een ouder of onderdeel van de bredere familie van het kind. Opvallend is dat ten tijde van het misbruik 98% van de slachtoffers met één of beide ouders woonde en dat kinderen en daders vaak deel uitmaken van hetzelfde huishouden (64%). Ook in lijn met andere onderzoeken is dat misbruik buiten de familie en door meerdere daders vaak door een bekende gebeurt, zoals een docent of oppas. Een ouder of ander familielid van het kind is vaak degene die het misbruik faciliteert (in maar liefst 74% van de gevallen).
Seksueel misbruik vaak georganiseerd
Hoewel hier niet direct naar gevraagd werd, lijkt bij 49% van de ondervraagden sprake te zijn van georganiseerd seksueel misbruik van kinderen. Van deze groep gaf 65% aan dat beelden van het misbruik online werden verspreid en 35% was hier niet zeker van. Het lijkt er verder op dat daders elkaar opzoeken om hun wensen en interesses te delen en dat zo samenwerkingen ontstaan waarbij het misbruik in gezamenlijkheid georganiseerd wordt. Vooral meisjes zouden hier het slachtoffer van worden (87%), al is de data gelimiteerd.
Georganiseerd seksueel misbruik start op jongere leeftijd
Georganiseerd seksueel misbruik start vroeger in de kinderjaren en duurt langer voort. Bij 82% van de respondenten startte het vóór of in het vierde levensjaar, vergeleken met 56% voor alle slachtoffers. Ook duurt het georganiseerd misbruik langer voort dan ongeorganiseerd seksueel misbruik, vaak (47%) tot na het achttiende levensjaar. Bij 8% van de ondervraagden vindt is het misbruik nog steeds plaats.
Impact van georganiseerd seksueel misbruik is groot
Slachtoffers van georganiseerd seksueel misbruik hebben vaker last van een dissociatieve stoornis (68 % ten opzichte van 25% bij 'gewone' slachtoffers) en daardoor meer moeite met hun geheugen. Dit maakt ook dat velen van hen aangeven dat ze minder snel of geen melding zouden maken van het misbruik, omdat ze verwachten niet geloofd te worden. Eén slachtoffer geeft aan in de survey: "Veroordeel slachtoffers niet omdat ze iets hebben gedaan dat niet zo verstandig lijkt. Wees bewust dat veel gedrag dat minder verstandig lijkt, voortkomt uit het onvermogen om op een andere manier te handelen."
Meer informatie
Lees hier het hele onderzoek van The Canadian Centre for Child Protection.